We vertrekken met mooi, maar fris weer. Tot aan de Ven (de oude vuurtoren bij Enkhuizen) varen we grotendeels met de wind van achteren. Met niet al te veel wind gaat het niet hard, maar is het wel t-shirt weer in de kuip. Lekker! Het lijkt wel lente. Later wordt het half en uiteindelijk aan de wind. Meteen is het ook een stuk frisser. Tegen de tijd dat we bij Medemblik aankomen is de zon grotendeels achter de wolken en zitten we dik ingepakt in de kleding.
We leggen in de Oosterhaven aan. Dit maal aan de zuidzijde vlak voor de Kwikkelbrug. Terwijl we aanleggen wordt voor een andere boot de brug geopend door de brugwachter/havenmeester. Die zijn er tenminste. Maar als Rob direct na aanleggen en het aansluiten van de stroom naar het havenkantoor loopt, is de havenmeester echter al vertrokken. Het is ook net over 16:00 constateert Rob. Wellicht ook de sluitingstijd…? Voor de zoveelste keer (in de winter weliswaar) kunnen we niet betalen.
We gaan nog even de stad in en drinken wat bij Locals. Eerste keer dat we hier komen en het is een prima tent. We leven inmiddels Coronatijdperk en op een kaartje op de tafel staat keurig aangegeven wat ze doen om de boel schoon te houden en te ontsmetten. We drinken een lokale IPA en genieten van de gezelligheid. Hier durven mensen nog te komen, al is het zeker niet druk.
Aansluitend maken we nog een ommetje door de winkelstraat en doen we boodschappen bij de Spar. Aan boord twijfelen of we de kuiptent opzetten. We zijn de enige passant in de haven, dus echt veel is er niet te zien is. We vinden het wel prima en installeren ons lekker in de kajuit. Boekje lezen, filmpje kijken en op tijd naar bed.
We slapen lekker uit. Het is zondag tenslotte. Je moet ook niet overdrijven. Na het ontbijt gaat Rob op zoek naar een havenmeester. Nergens te vinden uiteraard. Het is niet alleen winter, maar ook nog tussen kerst en oud & nieuw. Ik zou ook lekker thuis voor de kachel gaan zitten 🙂
Bij het zoeken vergeet hij echter nog te kijken naar de sauna die ze blijkbaar in het sanitair gebouw hebben. Dat zou zeker een reden zijn om weer terug te komen. Voor de volgende keer dan maar. Wel constateert hij dat het waarschijnlijk mogelijk is om te tanken. Dat zou wel fijn zijn, want het is maar weer de vraag wanneer je de volgende keer kan tanken zo in de winter.
Bij de Compagnieshaven kun je ook tanken, maar daar zijn ze de komende twee maanden bezig met het vervangen van de damwand en daar leggen we liever niet opnieuw aan. Bij vertrek hebben we daar water getank/ We moesten echter met handen en voeten de boot van de kant houden omdat de oude damwand losgewrikt is en vol met scherpe metalen uitsteeksel zit. Bovendien kun je alleen overdag door de weeks tanken en dan kunnen wij weer niet.
We kunnen inderdaad tanken. Het is wel GTL. Een zeer schone vorm van diesel, maar die niet helemaal goedgekeurd is voor de motor. Nou ja, het zal wel loslopen. Het is in ieder geval wel beter voor de winter want in GTL zit minder water dan in gewone diesel. Dat laatste is tegenwoordig een probleem omdat er vanuit overheidswege steeds meer biodiesel gemengd wordt. Biodiesel en water is een combi die kan leiden tot bacterie groei in de tank waardoor filters en spoeiers verstopt raken. Vooral in tanks waar diesel lang in blijft staan… zoals meestal bij zeilboten.
Buiten de haven hijsen de zeilen ern koersen naar Enkhuizen. Er staat een kleine 5 beaufort, maar de wind komt van achteren en het is goed toeven in de kuip. Een kleine 3 uur later zijn we in Enkhuizen.
We ruimen op en zitten nog even in de kuip met de kuiptent op. Het is al weer snel donker. Wel gezellig zo voor de laatste keer nog met de kerstboom erbij.
We gaan weer richting huis. Er is weinig wind voorspeld. Dus slaat Rob in de box de spinnaker alvast aan en legt de boom klaar. Dan kan die spi er met het eerste beste vleugje wind direct uit. Hij moet wel oppassen want het ijs staat op het voordek. Dat was vanochtend ook wel te merken. Het duurde wel even voordat alles binnen warm en comfortabel was. Goede reden om dus langer in bed te blijven liggen. 😉
De havenmeester heeft nog steeds niet gereageerd en verder was er ook niemand. Betalen was er dus niet bij. Nu is dat in de winter vaak zo, maar toch. Als je daar twee nachten ligt met gebruik van elektra en water voelt dat toch wat ongemakkelijk. Er komt vast wel een keer dat we ze een mooie donatie kunnen doen. Aanbevelen doen we ze uiteraard sowieso.
Buiten staat er wel erg weinig wind. We varen eerst Pampus voorbij en hijsen dan, bij het eerste vlaagje dat we zien, de spi. We dobberen, dobberen en dobberen… Vooruit zit er echter niet in. Dan de boel maar weer inpakken en de motor aan.
Een paar mijl verder komt de wind alsnog opzetten. We kunnen nu ook wat meer richting het noordoosten varen en hebben de wind van opzij. Acht knopen wind en glad water. We glijden er doorheen. Mooi varen!
Het ijs aan dek had er wel voor gezorgd dat we ons extra hadden ingepakt. Rob heeft thermo kleding aan, daarover twee fleecebroeken en twee fleecetruien, dan nog een fleecejack, zeilkleding en nog een fleecekraag en fleecemuts. De stoom komt bijna uit zijn oren. 🙂
In enkele uren varen we naar Lelystad. We doen ons uiterste best om de zuidelijke haveningang zeilend in te gaan, maar eenmaal binnen is er nauwelijks meer wind. We halen de zeilen in en varen het laatste stuk op de motor. Ook nu reageert de sluis direct op onze oproep en kunnen we direct de kolk in. We wachten nog even op een andere zeilboot (zowaar) en kunnen daarna door het IJsselmeer op.
Vannacht waren we van plan om voor anker te gaan. Tussen de twee jachthavens is een kom en daar denken we mooi te kunnen liggen. Tot twee keer echter leggen we het anker uit en het wil maar niet pakken. Heel veel wind is er niet voorspeld, maar hier lig je direct tegen de dijk aan. Als het anker gaat krabben, hebben we meteen een probleem. Dat gaan we dus niet doen.
We varen door naar de ingang van de Flevo marina. Daar zouden we ook net uit de wind moeten kunnen liggen met de zuidelijke wind die voorspeld is. Het ziet er echter zo krap uit dat we het niet verstandig vinden. De enige plek is recht voor de haveningang. Niet dat het daar zo druk is deze dagen., Maar toch. We varen daarom de haven in en zoeken een lege box uit bij het havenkantoor. Voordeel hier: ook weer stroom. Even overwegen we om naar het restaurant te gaan (dat is open in de winter), maar we besluiten uiteindelijk om aan boord te eten.
Vandaag blijven we in Muiden. We gaan met de taxi naar de sauna in Weesp, badderen daar een paar uur en gaan ook met de taxi weer terug. Hoewel de taxi’s uit Amsterdam komen zijn ze er zowel heen als terug in minder dan 15 minuten. Keurige service en alles via sms te regelen. Top service!
Als we terug zijn schuiven we bij de bar aan in café Ome Ko. Het is er gezellig druk en volop versierd. Rond een uur of zes verschijnt een van de bedienden met een grote schaal met wel 40 broodjes kroket en een forse kom met mosterd. Hij gaat het hele café af en iedereen wordt getrakteerd op een broodje kroket. Kijk, daar maak je nog eens vrienden mee. We drinken er dus maar een extra biertje bij :-).
We slapen heerlijk lekker uit. Nergens zo lekker als op een schommelende boot voor anker. Na een uitgebreid ontbijt maken we het binnen vaarklaar en zetten vervolgens koers richting Muiden. De gele tonnen die een verboden gebied markeren bij de haven van Lelystad komen niet meer helemaal overeen met de kaart. Toch maar even Navionics op de iPhone controleren. Die is volledig up to date.
We wilden onderlangs langs de kust gaan, maar dat lijkt nu afgesloten. Binnendoor via de havens kan ook, maar dan moeten we weer naar binnen. Dan dus maar verder naar buiten. Dat is echter wel een mijl extra naar het westen. Aangezien we wind tegen hebben komt dat qua route niet ideaal uit. De wind staat echter gunstiger dan voorspeld en uiteindelijk is Muiden zelfs bezeild.
Wel valt na een uur of twee de wind weg. We proberen het nog even, maar moeten dan constateren dat, als we voor half vijf in Muiden willen zijn, de motor echt aan moet. Dat heeft ook voordelen. We hebben van gisteren half vijf tot vanochtend twaalf uur voor anker gelegen. Het ankerlicht, de verwarming, binnenverlichting, enz. doen dan wel een aanslag op de accu’s. Die staan nu op 71%. Dat kunnen ze wel aan (tot +/-40%), maar als we in Muiden geen stroom hebben (om de accu’s te laden) dan hebben we wel een probleem. Een nacht extra kan wel, maar twee nachten wordt wat lastig.
Rob had al de havenmeester van de KNRZ gebeld, maar die neemt niet op. De andere haven in Muiden is altijd in de winter dicht en heeft dan sowieso geen stroom. De KNRZ is onze beste kans. Walstroom is ook prettig omdat we dan ons 220V kacheltje kunnen gebruiken. We hadden toch minder diesel in de tank dan we dachten. De meter geeft inmiddels nog maar 2/5 aan. Dat is ongeveer 40 liter. Als daar nog ruim 30 uur kachel op moet branden, naast het eventuele motoren, dan wordt het wel krap.
We hebben al gekeken op internet of we ergens in de buurt kunnen tanken. Alles blijkt echter dicht te zijn. Niet alleen vandaag op 2e kerstdag, maar ook in de dagen erna. In Muiden hebben ze helaas ook geen benzinestation voor auto’s. Dan hadden we nog iets met een jerrycan kunnen regelen.
Enfin, je kunt je zo druk maken als je wilt. Puntje bij paalje is er altijd een oplossing. We zien het daar wel. De laatste anderhalf uur varen we op de motor en als we aankomen, staan de accu’s al weer op 80%. Als het echt moet komen we daar wel twee dagen mee rond. Voor de kachel vinden we ook wel een oplossing.
We varen eerst richting de sluis in het centrum. Als we aan de kade kunnen liggen (en er onverhoopt toch stroom is) dan is dat wel leuker dan achter in een lege jachthaven. Het is echter krapper dan in onze gedachte en het ligt ook vol met vaste bootliggers. We varen daarom terug en meren af bij de KNRZ.
Om daar te komen moeten we wel keren. Het is nogal krap hier, maar we hebben een boot met een bijzonder korte draaicirkel. Rob gooit het roer om en we draaien meteen 180 graden. Oh, jee. Gaat dat wel goed? We draaien kort, maar de spiegel (achterkant van de boot) zwiept nog wel door. Krak… Ja, hoor. De vlaggenstok was net gerepareerd, maar nu is hij weer kapot. Nu gebroken aan de onderkant. Nou ja, boten en kluslijst zijn synoniem. Komt ook wel weer goed.
We hebben mazzel! Er is gewoon stroom en bovendien ook nog water bij de KNZR. Ook niet geheel onbelangrijk. We maken op ons gemak toilet, nemen een douche (er is toch water) en dan slaat de stop door. Tja… Corry is aan het föhnen, de acculader staat op volle toeren en het elektrische kacheltje staat ook aan. Gelukkig is de stop zo gevonden en na het uitzetten van de kachel kan Corry verder met het föhnen.
We hebben al een paar dagen geleden gereserveerd bij Floris V. om 18:00. Als we komen blijkt er gedekt te zijn aan een tafel voor twee keer twee personen. Gewoon een tafel voor vier gesplitst in twee keer twee…
We nemen de beste kant van de tafel. Voordeel om er als eerste te zijn. Uiteindelijk komt er niemand bij zitten. Het was wellicht bedoeld voor een enkeling die zonder reservering binnen zou komen. Voor de rest zijn alle tafels in gebruik en het is lekker druk, gezellig, maar toch met weinig lawaai. Gewoon super leuk. We eten lekker en gaan op tijd weer bootwaarts.
Het weer ziet er de komende dagen mooi uit. Wat ons betreft wordt het dan ook een kerst op het water. We hebben bedacht dat we langzaam afzakken naar Muiden. Daar een dagje blijven. Lekker naar de sauna in Weesp en dan weer rustig terug. De planning is om zondag weer in Enkhuizen te zijn.
Als we rond halfeen wegvaren staat er een knoop of 12. Het is een mijl of 15 varen en dat betekent rond de 3 uur varen. We willen in Lelystad voor anker, maar wel na de sluis. Daar moeten we ook nog wat tijd voor inruimen en het is wel handig om voor anker te liggen voordat het donker is.
De wind staat gunstig dus de spi staat al snel. Na drie kwartier zien we echter een forse regenbui aankomen en twijfelen over wat te doen. Niet alleen vanwege mogelijke vlagen wind. Een drijfnatte spi aan boord is ook niet alles. Als we de eerste druppels voelen halen we hem daarom maar snel weg. Achteraf bleef het bij die paar druppels en ging de bui net achter ons langs.
Rob heeft geen zin om hem weer te zetten dus we gaan door op het grootzeil en de fok. We maken evengoed nog 5 knopen snelheid. Daar is geen man mee overboord. Als we de ondiepte tot Trintelhaven, een vluchthaven halverwege de dijk Enkhuizen-Lelystad, voorbij zijn veranderen we fors van koers. Dan varen we vrijwel aan de wind richting de sluizen.
Eenmaal daar aangekomen roept Rob de sluizen op. Ze reageren meteen en de sluisdeuren openen zich. In de kolk staat nauwelijks wind en met losse lijnen liggen we eenzaam te wachten in de 190 meter lange sluis. Al met al liggen we er ruim een kwartier. De sluizen staan inmiddels al weer wijd open, maar de brug is nog dicht. Rob maakt ondertussen het anker maar alvast klaar.
Eenmaal door de brug varen we om naar de spuigaten onder de ‘hurkende man’. In de volksmond ook wel poepende man genoemd. Een mooi kunstwerk op de dijk dat geheel bestaat uit buizen. Als het anker eenmaal ligt zet Corry Sponky nog even flink in zijn achteruit om zeker te weten dat we vast liggen. Het anker geeft geen krimp. Niet dat er veel wind is voorspeld, maar zo bij de spuigaten kun je beter het zekere voor het onzekere nemen.
Binnen stond de kachel al aan en snel trekken we de vele lagen zeilkleding, fleece truien, fleece broeken en warme sokken uit. 15 minuten later is het buiten pikdonker. Mooie timing!
’s avond eten we zalm en gestoofde aardappel uit de oven. De 500 gram zware moot is veel te veel voor ons beiden, maar wel een kerstmaal als niet te versmaden.
We ontbijten met broodjes uit de oven. Die moeten tenslotte ook een keer op. We vertrekken rond een uur of twaalf richting Enkhuizen. Buiten staat een licht windje van achteren en binnen de kortste keren staat de spinnaker er dus ook op.
De zon is minder sterk dan gisteren, maar het is evengoed mooi weer. Via de AIS proberen we de wedstrijd te volgen die rond 12:00 is gestart in Enkhuizen. We varen zelf deze winter niet mee. De Dancing Queen staat op de wal en we hadden geen zin om op een andere boot mee te varen. Liever gebruiken we de weekenden om met onze eigen boot weg te gaan.
We checken de snelheid van diverse boten in de wedstrijd en die ligt ver uiteen. Tussen de 0,5 en 5 knoop. Dat lijkt niet helemaal logisch. Of de een vangt net een windje en de ander helemaal niet… of er is een motor in het spel. Dat laatste blijkt later het geval te zijn. Na de start is de wedstrijd afgebroken vanwege te weinig wind zonder uitzicht op verbetering.
Dat kunnen wij niet zeggen. Tot bijna aan de Ven (een vuurtoren in de buurt van Enkhuizen en begin van het wedstrijd gebied) kunnen we zeilen. Daarna valt ook bij ons definitief het doek. In ons geval valt het dan niet, maar rolt het op (in de mast). Het water is als een spiegel en we maken geen enkele voortgang meer. De laatste 3 mijl varen we daarom op de motor om aansluitend af te meren in een zonovergoten haven. Biertje in de kuip. Wie doet ons wat!
Vorige week was Rob met Peter zeilen. Het was toen best koud. Dit weekend is het anders. We vertrekken rond een uur of twaalf richting Medemblik. Er staat veel te weinig wind, maar om nu meteen te gaan motoren… Natuurlijk gaan we het eerst proberen. Het wordt vast beter 😉 Met slechts een paar knopen wind modderen we zo wat aan om vooruit te komen. Het gaat niet hard, maar het is evengoed heerlijk zeilen.
Het zonnetje schijnt in de kuip en warmt ons op. Zonder zeiljas en met een warme trui is het goed te doen. Het zog van de boot is honderden meters achter ons te zien op het vrijwel vlakke water.
Na twee uur zijn we al met al drie mijl verder. Nog vijf te gaan. Je kunt ook overdrijven. Laat aankomen is ook niet echt handig. Om half vijf is het immers al donker. Motor aan en gaan dan maar. Een uurtje later komt er nog wat wind gaat het zeil er weer op. Dat duurt echter niet lang en dus varen we ook het laatste stuk op de motor.
Meestal liggen we in Medemblik aan de Oosterhaven, maar daar is het vol. We gaan nu aan de overzijde liggen. Daar ligt slechts één boot. We meren af voor deze motorboot. Niet ver van de brug en van bekend eetcafé Kwikkel. Bijzonder prettig is dat er gewoon stroom (220v) is. Deze schakelen ze in de haven gelukkig tegenwoordig bijna nergens meer uit in de winter. Zonder kan natuurlijk wel, maar voor de boiler en de de waterkoker is het wel super handig. We gaan de stad in en maken een rondje langs de winkels.
Klaar met winkelen zakken we af naar eetcafé Kwikkel. Daar nemen we de weekend aanbieding. Twee glazen witte wijn met bitterballen. Alleen daarvoor zou je al naar Medemblik varen 🙂 Eten doen we lekker aan boord.
’s nachts worden we wakker van geschreeuw en herrie. We schrikken want denken dat er iemand in het water is gevallen. Het blijken echter een aantal dronken jongeren te zijn die veel herrie maken en overal tegen aan schoppen. Een ervan staat op een poton dat onder de brug ligt. Door heen en weer te bewegen weet hij het aardig in beweging te krijgen en dat geklots deed ons denken dat er iemand in het water lag te spartelen. Na een tijdje raken ze uitgespeeld en lopen weer verder. De rust keert weder en niet veel later slapen we alweer.
We ontbijten met warme broodjes, thee en koffie. Rond een uur of 11 vertrekken we. Het lijkt een rustig dagje te worden. Er staat aanzienlijk minder wind dan gisteren. We hijsen al in de haven de zeilen en varen met een kleine drie knoopjes het kanaal uit richting IJsselmeer.
Eenmaal op het IJsselmeer lijkt Enkhuizen net bezeild (de term om in een keer een plek te kunnen aanvaren zonder onderweg de zeilen een keer aan aan de andere kant van de boot te moeten zetten). Het zonnetje schijnt bleekjes door de dunne bewolking. Het is flink kouder dan gisteren. Niet alleen is de temparatuur lager, ook komt de wind nu van voren. Recht in het gezicht. Ook bewegen we minder. Gisteren moest je je soms letterlijk vasthouden om niet de kuip uit geslingerd te worden. Nu bewegen we soms bewust omdat je van het stilzitten helemaal koud wordt.
Om ons warm te houden duik ik met enige regemaat de kombuis is. Kopje warme chocomel? Warme thee? Trek in soep? Warme knakworsten? De waterlijn komt steeds hoger te liggen van de proviand die we op maken. Verder is het rustig varen. Bij Stavoren lijken we aangevaren te worden door iemand die waarschijnlijk binnen zijn handen aan het warmen is. Hij komt echter tijdig naar buiten en verlegt op tijd zijn koers. Het is een van de weinige boten die we vandaag zien.
Rond 15:45 zijn we terug in de haven. We ruimen de boot op en zakken af naar het clubgebouw. Corry heeft bardienst en we treffen haar aan samen met Cora, de vrouw van Peter. Er komt nog wel wat aanloop, maar ook hier lijken de meeste mensen liever thuis voor de kachel te zitten. Wij hebben er in ieder geval een mooi, zij het koud, weekendje op zitten.
Dit weekend ga ik (Rob) zeilen met een goede vriend. Peter is 75, maar hij is stoerder aan boord dan menige vriend van mijn eigen leeftijd. Het wordt wel bikkelen vandaag. Het is rond de 5 graden en het waait bijna 20 knopen.
We vertrekken rond een uur of 11 en blazen met halve wind richting Stavoren en aansluitend door naar Makkum. We moeten hard werken om de forse vlagen (tot windkracht 7) op te vangen en dat houdt ons lekker warm. We sturen om en om een uur en dat is best koud zo lang zitten vol in de wind achter het stuurwiel.
Peter heeft verwarmde handschoenen meegenomen, maar de batterijen houden er na een uurtje al mee op. Dan bedenk ik mij dat wij ook verwarmde handschoenen aan boord hebben. Wellicht passen de batterijen ook op Peters handschoenen. Dat blijkt te kloppen en onze batterijen zijn ook bijna 3 keer zo groot. Die gaan aanzienlijk langer mee. Helaas was een van de batterijen al leeg, maar de andere handschoen is voorlopig weer warm.
Rond 15:00 arriveren we in Makkum. We varen door tot aan de sluis en leggen aan in de lege gemeentehaven. Onderweg hebben we twee boten gezien. Hier ligt er wel geteld één. Goed afgesloten en niet bedoeld om nog te gebruiken deze winter. We stoken de kachel op en warmen een uurtje op voordat we de stad in gaan. Daar blijkt Sinterklaas aangekomen te zijn, want het stikt er van de zwarte pieten.
We schuiven aan bij Café Romana. Dat klinkt welliswaar buitenlands, maar het is oerhollands. Of beter gezegd, oerfries. Lokaal publiek, met en zonder kleine kinderen, vermaken zich met vooral veel herrie. Het is een kakefonie van harde muziek en krijsende jonge kinderen. Nou ja, je hebt in ieder geval het gevoel dat je onder de mensen bent. We drinken op ons gemak een paar biertjes. Peter hoort al niet zo veel, maar in deze omstandigheden is praten gewoon onmogelijk. Voor ons geen probleem. We hebben net vier uur samen op het water gezet en een uur aan boord. Tijd genoeg gehad om te praten.
Daarna twijfelen we wat te doen. Ik vind het op zich best om alvast wat te gaan eten, maar Peter vindt dat veel te vroeg. We gaan nog maar weer aan boord. Rond een uur of zeven gaan we de stad weer in. Dit keer naar eetcafé De Zwaan. Binnen is het niet zo druk, maar aan de tafel voor ons zitten de pieten van vanmiddag. Grotendeels nog in de schmink. Zoals je van echte pieten mag verwachten hebben ze reuze lol. Wij kunnen geen gesprek meer voeren door de herrie, maar gezellig klinkt wel. Het eten is eenvoudig, maar lekker.
Aan boord trekt Peter de wiskey open die hij heeft meegenomen. Om te proeven neem ik een slokje, maar dit is echt te sterk voor mij. Ik hou het lekker bij een rood portje. We maken het niet laat en na een drankje kruipen we onder de wol.
Vandaag is het heel ander weer dan gisteren. De dag begint met een stevig zonnetje. Het lijkt wel de start van een mooie lente dag. Rob wordt er op uit gestuurd om warme broodjes te halen bij de Deen. Geen straf zo met dit weer. Dat beloofd wat voor het zeilen.
Rond een uur of twaalf vertrekken we. Net buiten de haven hijsen we de zeilen. We varen de eerste 5 mijl min of meer aan de wind. Dan slaan we af naar het noorden en kan de spinnaker erop. Rob zijn ding. Enorm geklooi met lijntjes, bomen en blokjes, maar het werkt prima als het eenmaal staat.
Bij Oosterleek zijn ze aan het kiten en ze komen vlak langs onze boot. Op video (van je telefoon) ziet het er altijd uit als ergens “ver weg”, maar aan boord heb je bijna het gevoel dat je ze kunt aanraken. Ondertussen blijft de zon lekker schijnen. Zo voor de wind is het bijna warm in de kuip.
Na 3 uur varen naderen we de sluis en ruimen we alles op. Een klein uurtje later liggen we weer in onze box.
We hebben matig geslapen. Er was eerder deze week 8 knopen wind voorspeld, maar dat was ver onder de realiteit. Het gierde en bulderde en we zwiepten als gevolg daarvan achter het anker. Het weerbericht maakt ons niet gelukkiger. Ruim 20 tot 28 knopen wind wordt er voorspeld voor vandaag. Dat was niet de bedoeling.
Gisteren zagen we al het weerbericht veranderen van 3 bft naar 5 bft, maar vandaag staat er nog een tandje bij. Dat wordt een lange rit naar Muiden. Omstandigheden maken echter dat we naar Hoorn i.p.v. Muiden moeten. Dat lijkt in ieder geval beter aan te varen. Ook hoeven we dan niet direct vroeg weg.
Rond twaalf uur willen we het anker ophalen. Op de meter staat echter 35 knopen wind. Net aan windkracht 8. Dat wordt nog een uitdaging… We hebben geen ankerlier en het anker en de ketting moeten met de hand worden opgehaald. Qua gewicht is dat wel te doen, maar de boot moet ook richting anker. Door de wind is de boot echter niet op koers te houden. We worden van links en rechts weggezet. Recht naar voren is er niet bij. Met deze wind kan Rob de ketting ook niet houden. Als we weggezet worden door de wind glijdt de ankerketting door zijn handen.
We doen meerdere pogingen. Maar we komen niet op koers om voldoende dichtbij het anker te komen en het op te halen. Een keer lukt het om tot boven het anker te komen. Het anker komt echter niet los uit de modder en als we opzij gezet worden houdt Rob de ketting niet meer. We zijn weer terug bij af.
We rusten uit en bedenken een nieuwe strategie. We moeten op de een of andere manier tijd winnen tijdens het anker ophalen. De boot beweegt te veel en te snel om in een keer het anker binnen te halen. Dan krijgt Rob een idee. Voor het borgen van de ankerlijn gebruiken we een lijn met daaraan een “duivelsklauw”. Dat is een speciale haak die aangrijpt op de ketting. De ketting is dan niet rechtstreeks met de boot verbonden, maar met een polysterlijn die rek heeft. Veel rustiger bij veel wind zoals vannacht. Rob maakt de lijn zo kort dat deze niet aangrijpt voor de boot, maar aan dek boven het ankerluik.
Bij het binnenhalen van de ankerketting kan hij, als hij het niet meer houdt, de duivelsklauw op de ketting zetten als stopper. Op deze manier lukt het om de ankerketting beetje bij beetje in te halen. Terwijl de boot heen en weer zwiept wachten we totdat de boot in lijn met het anker komt. Dan geeft Corry flink gas naar voren en kan Rob de ankerketting een paar meter inhalen en borgen. Vervolgens wachten op een volgend moment en opnieuw. Als de ketting vrijwel binnen is kunnen we met de stopper op de ketting “over het anker” varen en trekken we het anker met geweld uit de modder. Dan is het alleen nog binnen halen en vastzetten. Gelukt! Zij het evenwel en uur later dan gepland.
Dat laatste is overigens lastig. In de eerste plaats was er rond 13:00 een wind pauze (van 6 bft) voorspeld en ten tweede zou de wind daarna draaien richting west. De kant waar we op moeten.
De wind is dusdanig hard dat we maar moeizaam vooruit komen. We varen op de motor en die draait ver boven de gebruikelijke toeren. Beter zou zijn om te gaan zeilen, maar het is recht tegen de wind in. We verwachten dat het een half tot een uurtje motoren is tot we een koers hebben waarbij we prettig het zeil kunnen zetten. Dat zit er echter niet in. Tegen de tijd dat we de wind zo hebben dat het zeil uit kan, zijn we al dicht in de buurt van Hoorn. Daarnaast giet het inmiddels als wat, dus alles wordt alleen maar nat. We motoren maar stug door…
In Hoorn hebben we mazzel. En is nog een plekje aan de kant vrij voor ons. Er liggen vooral vaste (winter)liggers en de helft is van die aard dat je er liever niet aan vastligt. Zelfs je plastic boot zou er spontaan van gaan roesten. Dit past ons echter mooi en we liggen strak aan de kade. We hebben zelfs stroom en mogen dus in geen enkel opzicht klagen. Ineens missen we de vlag. Wat blijkt? Hij hangt achter de boot. De vlaggenstok heeft de harde wind niet overleefd, De kop van de vlaggenstok is in het midden geheel gebroken. Het stukje zit nog aan de vlag. Nou, die valt nog wel te repareren.
We maken schoon schip en gaan de stad is. Het is nat en koud, maar het mag de pret niet drukken. We maken een rondje door de stad en zakken dan af naar ’t Schippershuis. Een cafe aan de haven. Vroeger kwamen we nooit op deze plekken, maar sinds cafe Bok (officeel het Wapen van Urk) onze thuishaven is geworden, komen we vaker in dergelijke cafe’s. We eten lekker aan boord en liggen vroeg in de kooi.
Morgen heeft Rob een vergadering van de Kustzeilers in Muiden. Mooie gelegenheid om morgen heen te zeilen en zondag weer retour. Omdat de sluis in Enkhuizen in winterstand staat willen we vandaag alvast aan boord gaan en aan de Markermeer zijde voor anker gaan. De sluis draait in de weekenden van november pas vanaf 08:30. Liever gaan we er nu dan al door heen. Dan kunnen we morgen vertrekken wanneer we willen.
Sinds twee dagen liggen we in een nieuwe box. Dat wilden we graag omdat de oude box wel erg krap was. We konden er alleen met grof geweld in want de ruimte tussen de palen was exact gelijk aan de breedte van de boot. In de praktijk liepen we vast tussen de palen en na wat gas geven floepten we dan de box in. Op zich wel handig als er veel wind staat. Nadeel was ook dat de box precies even lang was als de boot. Daardoor hadden we hele korte landvasten die al snel uitrekten waardoor ze gingen kraken (en dat klinkt ’s nachts heel hard). Bovendien zwiepte de boot met een beetje wind van achter al snel tegen een paal.
De nieuwe box is bijna een meter breder en een meter langer. Ook heeft hij een zijsteiger. Makkelijk, maar al met al wel anderhalf keer zo duur. Je moet er wat voor over hebben. Prettig is dat we nu ook met de stootwillen langszij de box in en uit kunnen varen.
Bij de sluis aangekomen zien we niets gebeuren. We wachten een paar minuten en dan roept Rob de sluis op met de marifoon. Op zijn verzoek om te mogen schutten krijgt hij een wat geïrriteerd antwoord. Of we naar de lichten willen kijken. Inderdaad, die staan plotsklap op rood/groen. Maar vijf seconden geleden echt nog niet. Enfin, ze zal wel een zware dag hebben gehad. Rob bedankt haar en even later varen we de sluis in.
Eenmaal door de sluis gaan we door naar de kom van de oude sluis. Deze sluis wordt alleen af en toe door beroepsvaart gebruikt en in de kom kun je goed ankeren. We zetten 20 meter ketting en dan kan de kachel aan. Hier geen WiFi dus de 4G bundels moeten er aan geloven om TV te kijken. Met gezamenlijk 32 GB kunnen we wel wat hebben, dus wat dat betreft geen beperkingen.
Corry zwaait me uit als ik door de brug vaar richting de sluis. Ik wilde eerst nog doorvaren en via de Prinses Margrietsluis terug gaan. Dit omdat ik verwacht ook vandaag weer € 5,- te moeten betalen voor de sluis in Lemmer. Maar dat is best wel weer omvaren en weinig interessant. Gewoon maar terug dus.
De sluiswachter laat zich echter niet zien en ik hoef dus ook niets te betalen. Vertrok ik gisteren nog met flinke wind. Vandaag is het zoeken naar vlaagjes. Ik kan een uurtje varen zonder dat je het dobberen moet noemen, maar dan is de wind echt op. Eigenwijs dobber ik nog een uur door er nog geen mijl af. Ik moet er echter nog bijna 12 en er is geen zicht op dat het beter wordt. Dan toch maar die motor aan.
Onderweg maak ik me nuttig aan boord. Schoonmaken en wat klusjes die afgehandeld moeten worden. Rond 15:00 vaar ik de haven in. Alles is al opgedoekt en de Sponky kan zo zijn box in. Corry wacht al op de steiger en we genieten nog even van het weer in de kuip. Op het water was het saai en grauw, maar hier in de haven schijnt een waterig zonnetje en is het bijna zelfs warm.
Het is al weer even dat we echt konden zeilen. Wel zijn we een paar weekenden naar Medemblik geweest en hebben daar heerlijk voor anker gelegen. Alle keren was er echter weinig of geen wind zodat het vooral heel langzaam die kant op was. Of vaker… op de motor. Ze hebben er een heerlijk strand en je waant je al snel in de Caraïben als je met je bijbootje naar het strand vaart. Daar was niets mis mee, maar zeilen… Nee, dat kwam er niet van.
Dit weekend staat Lemmer op de planning. Corry heeft echter een forse spierverrekking dus die vaart niet mee. Ik -Rob- vaar daarom solo heen en Corry komt met de auto.
De voorspellingen waren -zoals regelmatig de laatste weken- ronduit slecht. Toch is het dan zomaar gewoon heerlijk weer. De gemiddelde weerman (of vrouw) is gewoon een pessimist. Ik vertrek met gemiddeld 20 knopen en uitschieters tot 28 (6-7 bft). Met deze wind kun je onze boot niet met vol zeil varen. Ik besluit in eerste instantie om alleen op het grootzeil te varen. De snelheid is er niet minder om. Met 6,5 knoop blaas ik stevig richting Lemmer.
Na een half uurtje voelt het toch niet goed. De snelheid is prima, maar het ziet er wel een beetje suf uit met één zeil. Ik reef het grootzeil wat en gooi de fok eruit. Dat is al beter. Gaat niet harder, maar voelt wel beter!
Naar een uurtje neemt de wind af naar structureel onder de 20 knopen en kan het grootzeil er helemaal uit. Ondertussen blijft de zon schijnen ondanks vele buien in de verte. Heerlijk! Na wat snuffelen in de kastjes vind ik afbakbroodjes en knakworsten. Oven aan en 20 minuten later zit ik aan een warme lunch. De wind is inmiddels afgenomen naar 3 bft.
Normaal gaan we bij Lemmer altijd naar een van de jachthavens. Je kunt ook in de gracht midden in de stad liggen, maar in de zomer is het erg druk. Niets voor ons. Nu denk ik dat het wel mee valt en vaar ik door naar de sluis. Honderden keren langs gelopen, maar nog nooit doorheen gevaren. Ik roep de sluiswachter op en die reageert direct. 10 minuten later lig ik in de sluis.
Tja, en nu? Ik ben geen Friesland zeiler en dus ook niet bekend met sluizen waarvoor je moet betalen. Die kennen ze op het IJsselmeer niet. Deze kost echter 5 euro. Een beetje nadenken had me een klim bespaart. De kade ligt meer dan anderhalve meter boven het dek en er zijn nauwelijks trappetjes. Dit is niet gebouwd om van je boot af te gaan…
Met veel gedoe klim ik op de kade en loop naar de sluiswachter. Ik vraag hem of ik bij hem moet betalen of aan de overkant waar een bord “havenmeester” boven de deur prijkt. Hij was net onderweg naar me toe. Hij haalt het altijd op langs de sluis en dus hoef je de kade ook niet op. Nou ja, voor de volgende keer.
Eenmaal door de sluis nog kort wachten voor de bekende brug in Lemmer en dan vaar ik de gracht in. De sluiswachter had al gemeld dat ik eigenlijk te vroeg ben want aan één kant is een viswedstrijd aan de gang. Er staan wel honderd kinderen met hun ouders. Allemaal eenzelfde hengeltje en de tientallen dobbertjes klotsen over mijn boeggolven als ik langs vaar. Dat zal er gezellig uitzien onder water met al die honderden dansende haakjes. Als vis waan je je al snel fakir.
Aan de andere kade is een plekje vrij. Het ziet er alleen niet erg aantrekkelijk uit. Ik vaar door. Dan zie ik een boot vertrekken. Die lag dubbel aan een andere boot, maar die lijkt ook te vertrekken. Ik draai om en wacht tot ze beide weg zijn. Dat duurt alleen langer dan verwacht. Ik begrijp niet helemaal hoe ze het willen aanpakken. De laatst vertrekkende boot is gevalletje huurboot….
Ofwel… 6 man aan boord, geen duidelijke schipper en geen duidelijke commando’s. Vooruit, achteruit en dan blijkt de dukdalf toch aanzienlijk sterker dan de preekstoel. Dat levert flink wat vervormd RVS op. En dat met windkracht nul.
Als ze van de kade zijn leg ik aan en doe aansluitend boodschappen bij de Jumbo. Op de terugweg haal ik een kaartje uit de automaat. Niks geen havenmeester hier. Gewoon een betaalpaal bij de brug. Ik krijg alleen een bonnetje. Wat me verbaast. Want de bak waaruit ik hem haal ligt vol met vergelijkbare bonnetjes. Ergens klopt hier iets niet. Hoe dan ook. Ik heb in ieder geval bewijs dat ik betaald heb.
Op de app zie ik dat Corry onderweg is. Ik gok erop dat dat nog wel een uurtje duurt en maak een wandeling richting het strand aan het IJsselmeer. Ik ben net op tijd terug bij de Jumbo om Corry te zien parkeren. We lopen samen naar de boot om de spullen weg te brengen en nemen daarna plaats op het terras bij de British pub.
in de avond kunnen we nog tot laat in de kuip zitten. Het is super weer en we pikken net nog de laatste zonnestralen mee. Dan komt de havenmeester langs met de vraag of ik al betaald heb? Uiteraard. Ik haal het bonnetje van binnen en krijg vervolgens een sticker voor aan de reling overhandigd. Die lag nog in de bak van de automaat. Had ik over het hoofd gezien. Terwijl die tot 3x zo groot als het bonnetje is. Volgende keer toch beter kijken! We bedanken haar en wensen haar een prettige avond. Top service!
Ieder jaar helpen we bij de organisatie van de 24uurs wedstrijd. Rob is verantwoordelijk voor de ict voorzieningen bij de Visch afslag in Medemblik. Omdat de uitslagen pas na de wedstrijd worden verwerkt is het niet noodzakelijk dat bij de start alles al werkt. Toch is het wel handig dat alles tijdig draait. Je wilt immers niet op het laatste moment geconfronteerd worden met problemen.
Dus vertrekken we vrijdag aan het einde van de middag. Er is nauwelijks wind en we willen niet te laat aankomen dus we motoren erheen. Tegen onze verwachting in zijn er nog geen andere kustzeilers boten, behalve die van Klaas Jan, voorzitter van het 24uurs comité. De overige walbemanning is er inmiddels wel, maar die rijden naar huis of slapen in het hotel. Het is zoals altijd een gezellig weerzien.
We eten gezamenlijk buiten bij Brakeboer. Ondertussen is de wedstrijd gestart. We zien nog net enkele boten bij de startlijn van Medemblik vertrekken. Dat zijn er maar een paar want in deze wedstrijd kun je op heel veel plekken rond en op het IJsselmeer starten. Ook starten de klasse op verschillende tijden. Voorwaarde is wel dat je 24 uur later hier in Medemblik finisht.
Na het eten gaan wij aan de slag om het netwerk aan te leggen en de computers te testen. Heel even lijkt het erop dat we tekort aan werkplekken krijgen als er twee laptops overleden blijken te zijn. Na het nodige gepruts lukt het Rob om er toch nog een tot leven te brengen en komen we exact uit. Voor volgend jaar moeten er echt een paar nieuwe bij komen. Klaas Jan zegt toe dat te regelen.
Rond 11:00 zijn wij klaar en ook de anderen zijn klaar met hun taken voor vandaag. Behalve dan de PR commissie want die blijft de hele 24 uur verslag doen van de wedstrijd op internet en Facebook.
We vertrekken rond een uur of tien. Het is bijna 30 mijl en we moeten ook nog een sluis en brug door. Op de Veluwe meren proberen we heel even te zeilen, maar ondanks dat er windkracht vijf staat is er hier geen beginnen aan. De begroeiing langs de kant houdt de wind tegen zodra de wind ook maar iets minder recht van achteren komt.
Bij de Roggebotsluis moeten we bijna 30 minuten wachten. Goed aanleggen kun je er niet, dus we blijven rustig dobberen. Hier is wel wat wind, maar met de kont naar de wind en af en toe de motor even stationair in zijn achteruit liggen we als een huis.
Eenmaal weer op het Ketelmeer kunnen we eindelijk zeilen. Het is een klein uurtje tot aan de brug. We missen de brug, maar ze draaien om de 20 minuten dus dat is zo gedaan. Nu hebben we in ieder geval wel een brugwachter :-).
Op het IJsselmeer staat wind westelijker dan we hadden gedacht. Het is scherp aan de wind en met de gangboorden bijna in het water scheuren we naar Enkhuizen. Op het laatste stuk moeten we eigenlijk kruisen, maar we willen ook nog even naar het clubgebouw. Met deze golven kunnen we ook niet heel efficiënt kruisen, dus het laatste half uur zetten we toch maar de motor aan.
In de haven aanleggen, opruimen, snel naar huis en terug naar het clubgebouw. Om 18:00 lopen we binnen. Nog een half uur te gaan ;-). Daarna lekker met vrienden eten bij Bok. Rustig weekend, weinig gezeild, maar wel gezellig!
Rond 10:00 gaat het anker op en vertrekken we op ons gemak richting de Roggebotsluis. Het regent licht en het waait aardig door. Nabij de kust van de Flevopolder valt de wind grotendeels weg door de dijk.
Vlak voordat de IJssel uitmondt in het Ketelmeer slaan we stuurboord (rechts) uit. De Veluwemeren op. Zeilen is hier nauwelijks mogelijk. We hebben wind tegen en de vaargeul is hooguit 50 meter breed. Daarnaast is het ofwel ondiep of dichtgegroeid met waterplanten. In dit geval vooral ondiep.
Het is al met al toch verder dan we denken en nog ruim een uur onderweg richting sluis. Ook het deel van sluis naar Elburg hebben we onderschat. Ook dat is ruim een uur varen. Niet dat dat erg is. We varen zelden zo langs het groen en zo zie je nog eens wat. Meestal zien we alleen water met in de verte een vage kustlijn.
In Elburg hebben we geen idee waar we moeten zijn. We varen de haven maar in zo ver als we kunnen. Er is een kleine kade waar je aan kunt liggen, de rest zijn allemaal boxen. De boxen geven door middel van rode en groene bordjes aan of je er gebruik van kunt maken. Zo makkelijk kan het zijn dus. We pikken een box met een zij-steigertje uit vlak bij het centrum en leggen aan.
Voor de zekerheid loopt Rob meteen naar het havenkantoor. Als hij binnenloopt staat hij niet bij een balie, maar direct in het kantoor. Blijkt dat je hier je ligplaats gewoon betaalt bij een automaat waar je ook de parkeerticket voor de auto afrekent. Tja, dat kan natuurlijk ook.
Even schoon schip maken en dan de stad in. Het is een echt vestingsstadje (althans het oude deel waar we waren). Omringd door een gracht met hier en daar nog stadsmuren. Super toeristisch natuurlijk, maar gezellig. We schieten meteen een terrasje op omdat het begint te regenen dat snel overgaat in miezeren.
Even later lopen we verder en aan het einde van de winkelstraat lopen we een winkel in voor een kaart voor Corry haar zus die aan het revalideren is. Hey, ze hebben hier heel veel schepdrop. Eten we nooit, maar nu besluiten we een zak te kopen. Nadat we wel 15 verschillende soorten drop uitgezocht hebben rekenen we af en gaan naar buiten. Rob wil natuurlijk weer perse het dropje onderaan in de zak en pakt de punt en kop van de zak om er flink mee te schudden. Dat was niet zo handig. Na twee keer schudden scheurt de zak open en alle drop vliegt door de regen zo de straat op… Nou ja, zo worden we in ieder geval niet misselijk.
Dan maar doorwandelen. De regen maakt het echter niet aantrekkelijker. Over de stadswal lopend hebben we nog wat beschutting van de bomen. Daar zien we een kleine, geheel afgesloten, begraafplaats van joodse mensen. Blijkbaar allemaal mensen die hier werkten en woonden en in de oorlog zijn gestorven dan wel direct afstammelingen van hen die in de oorlog zijn overleden.
Vanwege de regen houden we het verder voor gezien. We gaan terug naar de haven en drinken nog wat bij ‘De Herberg’. Een restaurant dat net buiten de vesting aan de haven ligt. Het giet inmiddels pijpenstelen en gezien de voorspelling op Buienradar gaat dat voorlopig niet meer veranderen. Uitzitten heeft niet zo veel zin. Dan maar nat. Gelukkig is het niet zo ver naar de boot.
Aan boord drogen we ons en schieten we in lekker zittende kleding. We zitten de regen binnen met een boekje uit. Dan komt rond een uur of 18:00 de zon voorzichtig te voorschijn. We dweilen de kuip en kunnen nog een uurtje of twee lekker buiten zitten. Daarna nog even Netflix kijken en naar bed.
Dit weekend hebben we een anders dan andere bestemming voor ogen. We waren eerst van plan om naar Kampen te gaan, maar besluiten op het laatste moment om naar Elburg te gaan. Dat ligt aan de Veluwe meren en de laatste keer dat we daar gevaren hebben is minstens 20 jaar geleden. In Elburg zelf zijn we nog nooit geweest.
Er staat voor de komende dagen veel wind dus besluiten we om op vrijdag te vertrekken, zaterdag vooral in Elburg te zijn en zondag weer terug.
Rond half vijf in de middag vertrekken we. We moeten door de Ketelbrug en die wordt tussen 16:00 en 18:30 niet bediend. De planning is om daar net op tijd te zijn of de volgende opening van 18:50 te nemen. Sponky heeft er zin in. Met 12 tot 15 knopen halve wind varen we continue boven de 6,5 knopen door het water. Het is 13 mijl varen, dus twee uur om de brug te halen is krap maar haalbaar (1 knoop = 1 mijl per uur).
Het is heerlijk weer. Niet koud, niet warm en een waterig zonnetje. We genieten ervan. In de buurt van de brug zien we al een andere boot wachten. Nu we er bijna zijn (en op tijd) willen we dan ook maar meteen door. De wind valt echter langzamerhand weg en voor de laatste mijl starten we de motor om op tijd te zijn.
Ondertussen is het 18:32. Hm… Geen slagboom naar beneden en de bedieningslichten staan nog steeds op dubbel rood. Dat betekent dat er geen bediening is. Dat klopt wel tussen 16:00 en 18:30, maar dat ze nu nog aan staan is toch verdacht. We weten niet zeker of de andere boot de brug heeft opgeroepen, voor de zekerheid doet Rob dat. Geen gehoor. Dan maar bellen. Er is ook een speciaal nummer voor de burg. Ook geen gehoor…
Hm… Inmiddels is het 10 over half zeven. We roepen de andere boot aan en die weet het ook niet. De website van Rijkswaterstaat geeft niets bijzonders aan. Er zou gewoon bediend moeten worden. Inmiddels is een derde boot aangekomen en gezamenlijk wachten we op de bediening van 18:50. De brug wordt in principe iedere 20 minuten bediend tot 20:30. Wellicht is alleen de eerste opening uitgevallen. Ondertussen zoeken zowel wij als de andere boten naar een telefoonnummer dat wel reageert.
Om 18:50 gebeurt er opnieuw niets. We twijfelen tussen weggaan en wachten. Eindelijk vinden we een algemeen telefoonnummer van Rijkswaterstaat. Net als Rob iemand aan de lijn heeft komt een andere boot langszij. Ze hebben Rijkswaterstaat ook aan de lijn. Er blijkt geen brugwachter voorhanden te zijn… Mogelijk kunnen ze om 20:20 (de laatste bediening) een brugwachter organiseren. Let wel. Dat is niet zeker.
We kijken elkaar aan. Wachten klinkt niet logisch. Maar wat dan? Urk, Lelystad of hier ergens voor anker? Dat laatste is niet echt aantrekkelijk gezien de wind en de daarmee gaande golven. Er is geen beschutting en de wind staat straks vanaf het open water. Dat wordt nooit lekker slapen.
We besluiten naar Urk te vertrekken. Op dat moment komt de derde boot langszij. ‘We hebben ook Rijkswaterstaat gesproken. Over 30 minuten wordt er bediend! Absoluut zeker. Net bevestigd.’
Nou, dat hopen we dan maar. We blijven rustig dobberen waar we liggen. Na 20 minuten springen de beide bedieningslichten van dubbel rood naar rood groen. Binnenkort open!
Iets voor achten varen we met de drie boten door de geopende brug. We zwaaien naar de brugwachter die we niet zien, maar over de marifoon klinkt een gemeend ‘Bedankt en nog een prettige avond!’
Wij varen door naar het IJsseloog. Dat is een kunstmatig eiland in het Ketelmeer dat ze gebouwd hebben om er 2 meter vervuild slip uit het Ketelmeer in op te slaan. Op het eiland zelf mag je niet komen, maar ze hebben er nog een klein eilandje naast gelegd dat gescheiden wordt door een dunne strook water. Daar gaan we voor anker.
Er liggen maar weinig boten en het ziet er idyllisch uit ondanks dat het licht begint te regenen. De eilandjes zijn flink begroeid en met enige fantasie waan je je ergens in het Caribische gebied. Al is de temperatuur daar wel iets hoger ;-). We blijven lekker in de kuip zitten tot laat in de avond en duiken dan het bed in.
In de ochtend is het mooi weer en we kunnen zowaar in de kuip ontbijten. Dat komt mooi uit want Rob is jarig. Nadat we opgeruimd, gedoucht en afval hebben weggebracht vaart Corry de box uit. Rob staat enthousiast klaar om de zeilen te hijsen, maar veel nut heeft het niet. Eenmaal uit de haven dobberen we gestaag voort op een enkele knoop wind. Heel even komt er nog een vlaagje en we kunnen net een half uurtje varen tot aan de kardinaal van het Vrouwezand. Dan is het definitief over.
Schiet niet echt op. De vorige keer ook al. Duidelijk wordt wel dat dit het niet gaat worden. In de verste verte geen wind te zien. Ok dan. Motor aan en opruimen maar. Anderhalf uur later zijn we weer in de haven. Daar is het moordend heet. Nu niet klagen. Wil je zomer of niet :-). Wel zetten we het zon/regenzeiltje. Anders is het niet te doen.
Daarna gaan we nog even naar het clubgebouw. We moeten immers trakteren ;-). Aansluitend gaan we lekker eten bij de italiaan en dan zit het er weer op.