Dat is pech… zwembad weg

We vertrekken rond 12 uur omdat we dan verwachten dat het minst druk is in de gemeentehaven. Er is inderdaad plek genoeg en we zoeken een mooie box uit. In Makkum zit een kleine sauna en daar zijn we al een paar keer geweest. Zeker in de winter is dat heerlijk, maar zo in de zomer, dat lijkt ons ook wel wat. Dan kom je ook nog eens in de tuin. Het bezoek valt echter wat tegen. Het zwembad, als je een rond bad van 7 meter doorsnee een zwembad kan noemen, is leeg en ingericht als zitje. Blijkbaar hebben ze problemen gehad en hebben vervolgens besloten geen investering te doen in een nieuwe. Dat maakt het bezoek toch wel wat minder. We snappen wel dat de Corona pandemie impact heeft gehad op bedrijven als dit, maar als je de faciliteiten niet op orde houdt dan komt er straks helemaal niemand meer. We spreken enkele andere bezoekers en het blijkt al maanden zo te zijn. Het staat ook iet op de planning om het te maken. Voor ons betekent dat dat dit waarschijnlijk de laatste keer is dat we er komen. Een sauna is prima, maar lekker rondspatten is het water is ook leuk. Enfin, het is wat het is. 

Opnieuw aan de aperol

Vanuit Franker is het niet ver meer naar Harlingen. Alle bruggen draaien keurig voor ons, maar bij de sluis die toegang geeft tot de haven van Harlingen moeten we lang wachten. We kunnen er niet aanleggen en hoewel er hier vrijwel geen wind staat er wel een stroom van 1,5 knoop door het spuien. We roepen de sluis op, maar krijgen geen gehoor. Geen idee. Er komt nog wel een binnenvaartschip door de sluis, maar wij mogen er niet in. Vast een sluiswachter met een hekel aan jachtjes grappen we al. 

Uiteindelijk liggen we drie kwartier te wachten, maar dan mogen we toch door. We varen de veerboothaven door en schieten meteen buiten de Boontjes, de smalle geul richting het IJsselmeer, in. Het is prachtig weer met wind van achteren. Rob wil ds meteen de spi erop. Helaas staat er echt te weinig wind. Het beetje stroom wat we mee hebben haalt ook de laatste wind weg. 

Na een uur hebben we één mijl afgelegd. Met dank aan de stroming. De spi moet er toch echt vanaf en de rest naar Kornwerderzand doen we op de motor. Morgen gaan we naar de sauna in Makkum, maar vandaag gaan we lekker voor de kust voor anker. Direct na de sluizen slaan we bakboord uit richting de dijk. Daar is het zoeken naar een plekje. Half zeilend Nederland was op hetzelfde idee gekomen. We vinden een plekje waar we nog enige ruimte hebben, maar al snel komen er nog meer boten bij en liggen we hutje mutje. Hopelijk gaan er straks nog wel wat weg. We komen hier wel voor onze rust! 

Morgen gaan we dan wel naar de sauna. Vandaag kunnen we daar alvast aan wennen, want ook in de kuip is het net een sauna. De hemel is blauw en de zon is fel. Het is bloedheet. Gelukkig hebben we ook nu de koelkast weer gevuld met ijblokjes. En zo zitten we opnieuw, net als een paar weken geleden hier heerlijk aan de Aperol Spitz met ijsklontjes. Wie maakt ons wat 🙂  

Beetje saai Franeker

Hoewel we bepaald niet enthousiast zijn over de campingwinkel doen we er toch nog boodschappen voordat we vertrekken. We hebben weinig keus, want een andere winkel is er niet te vinden in de omtrekt van 15 kilometer. Veel geld voor weinig, maar vooruit. We hebben weer te eten en te drinken 🙂 Daarna vertrekken we. We waren eigen van plan om buiten om over zee terug te gaan, maar het tij is ongunstig en het is best een eind varen. Ook biedt het niet heel veel. We varen dus terug het kanaal op, via Dokkum en dwars door Leeuwarden. Na Leeuwarden slaan echter niet af naar het zuiden, maar nemen de route richting Harlingen. 

Daar moeten we dan meteen wel 30 minuten wachten op de spoorbrug. De hele dag hebben we weinig wind, maar natuurlijk net daar steekt het op. Er is geen plaats om aan te leggen, het is maar 30 meter breed en we hebben voor en achter ons een groot binnenvaartschip die ook liggen te wachten. Het is even puzzelen, maar we komen er netjes doorheen. Alle overige bruggen werken prima mee. Rob heeft inmiddels een app gevonden waarmee je verzoeken kan doen om de brug te openen. Daarvoor moet je wel binnen een straal van 250 meter van de brug zijn. Dat klinkt heel dichtbij, maar in de praktijk begint de brug vrijwel direct te draaien na de oproep. Je kan dan eigenlijk bijna zo doorvaren. 

Bij Franker weten we niet precies waar we moeten zijn. Na wat googlen komen we erachter dat we aan de kade kunnen liggen. We liggen direct bij woningen voor de deur, nagenoeg in het centrum. Weer eens wat anders dan een jachthaven of een havenkom. We maken een wandeling door de stad en doen boodschappen. We zijn niet echt onder de indruk van het stadje. Het komt ons over als een vervallen provinciestadje. Maar ja, dat is het natuurlijk ook gewoon. Er zijn wel wat oude panden, maar er is ook veel nieuwbouw die absoluut niet past bij een oude kern en ook veel leegstaande winkels. Maakt ons niet uit. We maken het lekker gezellig aan boord en hebben uitzicht over het kanaal. Bootjes kijken is altijd leuk! 

Lauwersoog

In de nacht is het wat gaan waaien, maar niet vervelend. Er staat in de ochtend een klein 3 bft en we schommelen lekker in het water. We ontbijten uitgebreid en gaan dan anker op richting de jachthaven van Lauwersoog. Formeel varen we nu Groningen in. Kunnen we in ieder geval ook zeggen dat we daar ooit met de boot zijn geweest. Lekker belangrijk… 😉  

We bellen de havenmeester en krijgen een box toegewezen. Achter in de haven blijkt echter een tankstation te zijn en daar maken we meteen gebruik van de mogelijkheid om diesel tanken. Als we aan het tanken zijn komt er een Friendship 28 achter ons liggen met een jong stel dat de boot net heeft. Onze vorige boot was ook een Friendship 28 dus je hebt al snel wat over te praten. Behalve diesel tanken we ook meteen water. Dat stroomde echter echter niet zo snel, dus we hadden ruim te tijd om bij te praten.  

Nadat we aangemeerd hebben gaan we langs de havenmeester en doen we boodschappen bij het winkeltje van de camping. Dat is niet alleen slecht geoutilleerd, maar ook duur en de mensen erin zijn ronduit chagrijnig. Geen plek om nog eens te komen. De camping is bepaalde ook geen plek om naar uit te zien. De meeste caravans zijn aan het einde van hun levensduur. Er staat wel een demo caravan voor wie een nieuwe wil hebben. De prijs daarvan (€ 19.000,- volledig af) is niet duur, maar gezien de kwaliteit van materialen (nog even los van de plastic uitstraling) doet ons twijfelen of het meer dan 10 jaar meegaat. 

We lopen van de camping af en maken we een lange wandeling van bijna drie uur door de bossen in de buurt. Er is een groot militair oefenterrein waar duidelijk met regelmaat de tanks langs crossen. Er liggen diepe sporen en veel van het terrein is kapot gereden. Vandaag zijn ze er echter niet en kunnen we er gewoon wandelen. Het is veel warmer dan we hadden verwacht en vooral op het open terrein is het afzien. Niettemin was het een heerlijk stuk lopen.  

Terug op de haven lopen we door naar het clubgebouw dat nu open is. Het is een klein, maar leuk clubgebouw, dat meer weg heeft van een klein restaurantje. Er zijn twee vaste gasten en twee leden die de bediening doen. We zitten lekker aan het water waar het door de wind toch wel wat guurder is dan in het bos. Gelukkig is er een glazen afzetting waar we deels achter kunnen zitten. We maken een praatje met de leden die de bar bedienen en wisselen informatie uit. Ook hier dezelfde problematiek als bij de meeste verenigingen. Vindt maar eens vrijwilligers die zich duurzaam willen inzetten voor de vereniging. In tegenstelling tot bij ons is de haven wel eigendom van de vereniging en zijn er veel lokale liggers. Dat maakt het iets makkelijker, maar de leden zijn vaker liever in de haven aan de slag dan dat ze achter de bar staan. Daar hebben wij bij ons nu net juist geen last van 😉

Lauwersmeer

Voordat we vertrekken doet Rob nog extra boodschappen bij de supermarkt. Even flink sjouwen met flessen, maar dat is goed voor de conditie. Aan boord met dit weer in de kanalen beweeg je ook niet veel. Dus hup… sjouwen maar 🙂  

We trekken verder door de kanalen en varen uiteindelijk het Lauwersmeer op. Direct na de laatste brug is een jachthaven en daar willen we tanken. De diesel gaat er op deze manier aardig doorheen. Het is echter een bemand tandstation en er is niemand. Zelf even tanken met de pin zit er niet in. We bellen naar de jachthaven, maar op zondag wordt hier niet bediend. Sterk nog, ze nemen niet eens de telefoon op. Op het bandje klinkt dat er in het weekend op de zaterdagochtend iemand aanwezig is en verder niet. Bijzonder. Het is best een grote haven. Daar verwacht je toch in het weekend een havenmeester? In de afgelopen periode hebben we wel al gemerkt dat het Friesland er toch anders aan toe gaat dan op het IJsselmeer en in zeehavens. Enfin, we redden nog wel even, maar het zou wel fijn zijn als we binnenkort ergens kunnen tanken. 

We varen het Lauwersmeer op dat kleiner is dan we hadden verwacht. Het is er wel supergezellig met honderden bootjes die rondvaren. We hijsen de zeilen zodra we de smalle vaargeul uit zijn en zeilen richting de sluizen. Ongeveer een mijl voor de sluizen gaan we voor anker. Er wordt in de buurt ge-kite en gezeild met boten voorzien van foils. Dat zijn een soort kromme zwaarden (dunne kiel die je op kunt halen) waardoor de boten niet door het water, maar boven het water zweven. Die gaan dan echt heel hard. Je moet wel goed je evenwicht bewaren anders lig je in het water 🙂  

We liggen prinsheerlijk in het zonnetje en genieten van het waterspektakel om ons heen. Het lijkt wel of er iets van wedstrijden zijn want iedereen blijft op en aan varen. Er worden echter geen duidelijke vastomlijnde koersen aangehouden dus het zal wel trainen zijn. We maken ons in ieder geval geen zorgen dat we in de weg liggen. Iedereen zwaait ook vriendelijk, dus dat zal wel ok zijn. Naar mate de avond vordert verdwijnen de kleine bootjes en ook de andere boten die in de buurt geankerd zijn vertrekken. Aan het eind van de avond hebben we (in ieder geval dit deel) het water alleen voor ons. 

Dokkum

We vertrekken rond 11:00. In Leeuwarden zijn het nog twee bruggen en dan een lang eind door vooral heel veel grasland. Het riet staat hoog waardoor het uitzicht beperkt is en daardoor is het nogal saai varen. Hier en daar is echter bebouwing dan wel is het riet weg en krijg je beeld van de omgeving. De bruggen worden overal keurig bedient en zo varen we gestaag verder tot aan Dokkum. 

Bij de eerste brug moeten betalen voor doorgang (5 euro). Dokkum is een vestingstadje en dat is goed te zien wanneer je aan komt varen. Het is ook een bekende watersport bestemming. Het ziet er letterlijk zwart van de bootjes. We zien een vrij plekje langs de vestiging en willen daar aanleggen. We komen echter direct vast te liggen in de klei. Een van de havenmeester komt ons vertellen dat we dichter op onze voorganger moeten gaan liggen. Zo blijft er voor iedereen plaats. We geven aan dat we dat graag zouden willen, maar dat er geen beweging in de boot te krijgen is. Als hij hoort hoe diep we steken verwijst hij ons naar een steiger speciaal voor diepe boten. Die zou achter de volgende brug moeten liggen. Met moeite komen we los. Bij de steiger gaat het inderdaad beter. Het ligt iets verder buiten de drukte, maar eigenlijk is dit veel handiger. Het is een prima steiger en we hebben direct toegang tot elektra en water. We meren af en gaan de stad in. Het is ongeveer zoals Hellevoetsluis. Zowel qua vorm, als qua grootte. We maken een wandeling door de stad en over de vestiging. Met een uur heb je dat dan ook wel gehad. Wel aardig om eens geweest te zijn, maar ook snel bekeken 😉  

We drinken wat op het marktplein en gaan daarna op zoek naar de supermarkt. De dichtbij zijnde is buiten de vestiging op een kleine 10 minuten lopen vanaf de boot. We doen boodschappen en installeren ons weer aan boord. We liggen hier perfect met de bootjes komen en langs gaan. We liggen op 30 meter van de brug en dat is altijd mooi want dan heb je perfect uitzicht op alles. 

Wandeltocht door Leeuwarden

Vandaag maken we een lange wandeling door de stad. We hebben een app die ons op een wandeltocht door de stad heen neemt. Het is wat onduidelijk waar het begin en eindpunt is, maar we kunnen de route volgen. Op deze manier komt je toch weer op andere plaatsen dan wanneer je zelf zou lopen. Bovendien krijg je ook regelmatig uitleg over bijzondere plekken.

Leeuwarden

De volgende ochtend moeten we langs een spoorbrug. Rob belt ze en we krijgen te horen dat we over 40 minuten aan de beurt zijn. Dus leggen we aan. We liggen echter nog niet eens vast als we de lichten op rood-groen zien springen en de brug begint te bewegen. Of Rob heeft naar de de verkeerde brug gevraagd of de tijd gaat hier wel heel snel. Enfin, we gooien los en zorgen dat we door de brug zijn. 

Inmiddels waait het alweer flink en de relatief lage temperatuur is het ronduit wel guur. Eenmaal bij Leeuwarden wordt het beter. Door de bebouwing komen we uit de wind. Voordat we de stad daadwerkelijk in kunnen varen moeten we nog twee spoorbruggen passeren. Bij de eerste was het ook aanleggen en direct weer losgooien, maar bij de tweede is het 20 minuten wachten in krap water met voor en naast ons een binnenvaartschip en geen mogelijkheid om aan te leggen. Niet heel comfortabel daar we iedere keer wegwaaien. Op die momenten dat je toch wel blij bent dat je een boegschroef hebt. Want zelfs met de wind op de kont blijft het lastig manoeuvreren in dat krappe water. Eenmaal de spoorbrug door gaan we stuurboord uit en komen we bij de eerste brug van de doorvaart door Leeuwarden. Opnieuw moeten we bijna 30 minuten wachten, maar daarna is het brug na brug in de stad doorvaren.  

Bij de Prinsentuin leggen we aan. Dat is een park midden in Leeuwarden. We lopen meteen aan de grond. We liggen echter zo goed als bij de wal en Rob geeft gewoon flink gas en haalt daarmee de laatste halve meter. Vast als een huis aan de wal. Geen landvast meer nodig 😉 We ruimen de boot op en inspecteren de omgeving. Het is een mooi park waar je met de boot direct aan een mooie graskant ligt. Dat is nog wel wat drassig, maar dat mag de pret niet drukken.  

We lopen naar de havenmeesters die gevestigd zijn een glazen gebouwtje voor aan het park. Daar vandaan lopen we de stad in. We hebben eerder wel eens een weekendje Leeuwarden gedaan (in een hotel) dus we weten enigszins wat ons te wachten staat. We maken een korte wandeling en zoeken de supermarkt op. Al met al was het een lange winderige dag, maar hier in de stad is nauwelijks wind en een heerlijke temperatuur. Daar gaan we van genieten van aan boord. Als we terugkomen bij de boot ligt het gras vol met mensen die aan het einde van de dag komen genieten aan het water. Al dan niet op een dekentje, met en zonder picknick. Leuk en gezellig! 

Boze havenmeester…

De volgende dag verkassen we richting Lemmer. We hebben het plan opgevat om binnendoor naar Lauwersoog te gaan en daarvandaan naar Borkum dan wel terug naar de eilanden. Een beetje afhankelijk van het weer. Volgens de buren is het mooi liggen in Leeuwarden. Dat moeten we dan maar ervaren. We zijn helemaal niet thuis in Friesland en Groningen. We zijn alleen een keer naar Sneek gevaren. De stad was wel leuk, maar het weer was slecht en de vele muggen nog slechter. Hopelijk gaat het nu beter.  

Bij Sneek zien we Jeroen Mulder, onze havenmeester, varen. Die heeft ook vakantie. We zwaaien en leggen 10 minuten later aan bij de sluis die toegang heeft tot het prinses Margriet kanaal. Eenmaal op het kanaal worden we geconfronteerd met veel wind, regen en heel af en een beetje zon. Wat dat betreft gelijk aan onze eerdere tocht naar Sneek. Hopelijk blijft het niet heel de tijd zo. 

Als we bij Sneek zijn twijfelen. Daar aanleggen betekent ver de stad invaren. We kunnen ook aanleggen bij het starteiland op het Sneekermeer, maar dat zie er uitgestorven uit. Iets verder op ligt Terne en op de kaart lijkt dat een leuk klein dorpje. Rob belt er een jachthaven en vraagt of we daar nog terecht kunnen. Geen probleem zegt de havenmeester. Als we er echter zijn blijft het niet echt een jachthaven te zijn, maar een werf met ligplaatsen. Bijzonder ongezellig en buiten het dorp.  

Nadat Rob alvast de watertank gevuld heeft spuit hij het anker af want dat was vanochtend niet goed gelukt. Als de modder erop blijft zitten roest het snel weg. De havenmeester is daar echter niet ven gediend en hij krijgt een complete tirade over zich heen. Misschien is het inderdaad niet zo handig om dat met drinkwater te doen, maar de uitbrander die hij krijgt slaat echt alles. Vervolgens sluit de havenmeester af met de woorden dat hij niet snapt dat iedereen een negatieve review over hem plaats. Tja… uh? Wat wil je dat we zeggen…? 

Enfin, het anker is schoon en we maken een wandeling naar het dorp. Stel niet veel voom, maar het ziet er als een echt vakantiedorp uit. We moeten nog eten, maar we hebben weinig zin om bij een restaurant op een terras te gaan zitten. We houden het bij een patatje van de lokale snackboer en gaan daarna weer aan boord. 

Dichtbij voor anker

Vandaag is Corry de hele dag druk moet wassen draaien. Rob installeert een stopper voor de talie van de gennaker zodat hij deze vanuit de kuip kan bedienen. Via deze talie kan hij de halshoek (de punt van het zeil dat beneden vooraan op de boot is bevestigd) losser of strakker zetten. Daarmee staat het zeil ook hoger en lager. Dit is weer afhankelijk van de hoek en/of de kracht van de wind. Zeilen is en blijft wel een technisch spelletje. 

Terwijl we thuis zijn spreken met nog even met Matthijs en Gerie, onze overburen. Zij zijn toevallig ook een dag thuis. Eigenlijk zijn ze met hun woonschip, een mooie motorkotter uit 1953, voor enkele maanden op vakantie. Er moest echter wat geregeld worden in Enkhuizen, waren enigszins in de buurt en waren zo toevallig op dezelfde dag als wij ‘thuis’. In hun geval dus op hun vaste ligplaats 🙂 Matthijs voorziet ons van wat extra kaarten als Rob met hem bespreekt dat we wellicht nog naar Borkum willen gaan. Altijd handig…. buren die ook varen. 

Rond vijf uur zijn we klaar met alles. We zijn er ook wel klaar mee 😉 We vertrekken uit de box, maar niet uit de haven. In het kommetje van de Compagnieshaven gaan we voor anker. We vinden een mooi plekje voor in de kom. Als we daar echter liggen valt het ons op dat er wel een forse brom te horen is. Er ligt nog één boot voor ons en die maakt behoorlijk herrie. Inmiddels hebben we enkel rondjes om de boot gezwommen en tegen de tijd dat we opgedroogd zijn horen we nog steeds de brom. Na enig denken komen we tot de conclusie dat iemand daar een stroomgenerator aan heeft staat. Het is ook wat wel een wat we noemen ‘een vaag bootje’. Daar heb je er wel meer van. Oud, erg vies en voorzien van allerlei rommel. Veelal woont er ‘oude zeiler’ op die van alles en nog wat bij elkaar heeft gesprokkeld en ‘onafhankelijk’ willen zijn van de wal. Goed streven, maar een dieselgenerator waarbij de buren op 30 meter afstand nog oorbescherming nodig hebben is ook weer overdreven. 

Rob is weer blij als een kind als hij het anker kan ophalen met de nieuwe ankerlier. En het is waar. In minder dan een minuut zijn we anker op en enkele minuten later liggen we 300 meter verderop. Daar is de generator nauwelijks meer hoorbaar. 

Nog een mooi dagje gennakeren

Vandaag varen we naar huis. Althans… alleen voor een was dagje. Het is prima weer. Wind uit het noorden en we van we varen vanaf Makkum tot aan Enkhuizen op de gennaker. Met deze wind (twee tot drie bft) is het echt een perfect zeil. Het zeil is bedoeld voor wind schuin van achter, maar als de wind pal van achter komt zet Rob de spinnaker boom bij en verandert de gennaker in een spinnaker. We zijn er zeer over tevreden 

We hadden op de webcam gezien dat de box vrij was en Rob belt of ze hem ook vrij willen houden. Dat is geen probleem en aan het einde van middag leggen we aan in onze vertrouwde box. We hebben geen zin om direct aan de was te gaan, dus die laten we lekker liggen en gaan de stad in.  

Borrelen aan het strand

Om het tij te hebben moeten we rond 10:00 vertrekken. Het is rustig weer, dus Rob haalt alleen het anker op en hijst meteen de gennaker. We dobberen rustig met een knoop of 3 drie richting Harlingen waarna de stroom op gang komt. Na een kleine anderhalf uur zijn we bij de sluis waar we direct door de brug kunnen en naar de sluis. Kijk, dat is nog eens service 🙂 

In de sluis heft iemand een beschilderde steen achtergelaten. Schattig… We laten het mooi liggen.

We hebben een wandeling voor ogen net naast de marina Makkum, dus logischerwijs kiezen we voor deze haven. Tegenwoordig gaan we veelal naar de gemeentehaven, maar dit is wel zo praktisch. Corry belt de havenmeester en we krijgen een prima plekje. Als we aangelegd hebben, rekenen we af, doen wat boodschappen bij de supermarkt en lopen daarna naar het strand. Rob heeft zijn pet niet meegenomen en krijgt daar spijt van als we kiezen voor een tafeltje in de zon. De temperatuur is niet zo hoog, maar in de zon branden we letterlijk weg in de zon. Het is in ieder geval wel warm. Biertje en wat nacho’s erbij. Helemaal goed. 

Het weer ziet er wat wispelturig uit dus kiezen we ervoor om de kuiptent op te zetten als we terug zijn in de haven. Hij staat nog niet of er komt een ware hoosbui over. Maakt ons niet uit. We zitten hoog en droog onder de kuiptent. De wandeling die we van plan waren te maken bewaren we voor de volgende keer. Zon en buien wisselen elkaar af. Met een mooi boekje in de kuip is ook prima! 

Hakken tegen de stroom

Om het tij te hebben moeten we eigenlijk om 05:00 weg. Dat vinden we te gortig. Bovendien ben je dan ook weer erg vroeg op je bestemming. We besluiten dan in de middag te gaan. In principe moeten we dan rond 17:00 vertrekken, maar een uurtje eerder kan natuurlijk ook. En ach, het weer is mooi, nog een uurtje eerder kan ook wel. Dan ben je alleen wat langer onderweg. Enfin, uiteindelijk vertrekken we rond 13:00. We hebben eerst nog een wandeling gemaakt op het grote strand van Terschelling-west en dan weten we eigenlijk niet goed wat te doen. Om nu nog uren te wachten tot we kunnen vertrekken…. Normaal houden we altijd rekening met het tij, maar dit keer hebben we er geen zin in. 

Dat is uiteraard tegen beter weten in. Een knoop stroom tegen is nog wel te doen (als je zelf tussen de 4 en 6 knoop vaart), maar dat heb je eigenlijk alleen op zee. Hier op het wad kun je zo 2 tot 3 knoop stroom tegen hebben. Wanneer dan haverwege ook de wind wegvalt wordt het een lange saaie tocht tegen de stroom invaren. Eigen schuld, dikke bult 😉 

Vlak voor Harlingen worden we ingehaald door de snelle catamaran van Doeksen. Net op het moment dat hij passeert horen we twee korte stoten. Als we opkijken zien we vanuit de stuurhut iemand fanatiek zwaaien. We zwaaien enthousiast terug. Dat moet Gunnar zijn. Die is sinds kort schipper op de veerboot hier. Leuk dat hij ons ook herkende. Er varen zoveel witte bootjes als die van ons. Hoewel daar uiteraard maar weinig zijn zoals wij die tegen de stroom in hakken van Terschelling naar Harlingen 😉 

Bij Harlingen steken we noord op om voor anker te gaan. Als we liggen, merken we dat het plekje wel mooi is, maar dat de fabrieken net boven Harlingen wel erg aanwezig zijn. Niet alleen zichtbaar, maar met ook veel geluid. We hebben al genoeg motorgeluid gehoord vandaag, snel wat anders zoeken. Leven de elektrische lier. In no-time zijn we anker op en een mijl later gaat het weer te water. We trekken een koud biertje open en houden het voor gezien. Mooi is geweest voor vandaag. 

Lange wandeling

Vandaag maken we een wandeling naar West aan Zee. Dat is een kleine anderhalf uur lopen. Bij Paviljoen West aan Zee is het loeidruk. Niettemin hebben we het geluk dat we direct aan een tafeltje kunnen zitten. We drinken er een biertje met warme nacho’s. Dat zou een van onze favoriete gerechten tijdens de borrel worden voor de vakantie. Veelal hoeven we daarna ook niet meer te eten. Scheelt ook weer in de kosten 😉 Terug lopen we een andere route die ongeveer even lang is. 

Fietsen op Terschellng

De wind is afgenomen tot normale proporties en we vertrekken richting Terschelling. Tegenwoordig kun je via het Schuitengat weer rechtstreeks naar Terschelling. Dat betekent dat je binnen een uur van Vlieland naar Terschelling kan varen. We hebben echter alweer lang genoeg op de wal gestaan en kiezen voor een andere route. Weliswaar omvaren, maar dat is nu juist het doel 😉  

In een uur of drie varen we naar Terschelling. Hier geen boxen, maar gewoon aanleggen aan steigers. Of beter gezegd, meestal aanleggen aan een andere boot. Dat stapelen kan fors oplopen waardoor soms de ruimte tussen de steigers volledig wordt ingenomen door aan elkaar geknoopte boten. We kunnen ons nog herinneren dat op een ochtend in het verleden we ons door met handen en voeten andere boten we te duwen ons moesten bevrijden uit een kluwen van boten. 

Vandaag valt het mee. Er liggen nog maar enkele boten dubbel. Er is geen steiger meer vrij, maar als we aanmeren bij een andere boot stellen ze voor dat wij aan de steiger gaan liggen en zij aan ons. Ze willen vanmiddag vertrekken en dat hoeven we niet op elkaar te wachten. We gooien weer los en 5 minuten laten liggen we in de juiste positie weer naast elkaar. Het is een aardig stel en Rob maakt een praatje met ze. Na 30 minuten heeft hij hun complete zeilleven aangehoord. Met hun Dufour 30 zijn ze overal geweest. Van de Oostzee tot de middellandse zee. 

We melden ons bij de havenmeester, betalen meteen voor twee nachten en maken daarna een wandeling door de stad en doen boodschappen. Daarna haalt Rob de fietsjes uit de achterkajuit. Er staat weinig wind, dus een mooi moment om te gaan fietsen. We fietsen eerst langs een pad aan de zee. Het is buitengewoon populair, gezien de hoeveelheid fietsers, maar we zien normaal al zee genoeg dus steken nemen we een afslag het land in. We kennen Terschelling helemaal niet, afgezien van West-Terschelling waar de haven is. We stoppen in Midsland en drinken daar wat op het terras. Type een vakantiedorp met de bekende winkelstraat(jes) en vele terrasjes. Wel supergezellig. Daarna fietsen we door naar West aan Zee en via de duinen weer terug naar de haven.  

Tegen de avond hebben we contact met de eigenaar van de boot achter ons. Zijn vrouw is vorig jaar onverwachts komen te overlijden. Jaren hebben ze samen gevaren en nu doet hij het dan maar alleen. Het klinkt heel sneu en dat vindt hij zelf ook. Het zal wel wennen, hoopt hij althans. Zo zie je maar weer. Geniet nu. Je weet nooit wanneer het over is. 

Herrie, herrie en herrie

De wind is onverminderd hard en wordt met enige regelmaat aangevuld met regenbuien. Onder onze kuiptent maakt de regen ons niet zo veel uit, maar de herrie van de wind is oorverdovend. De wind giert letterlijk door de haven met zijn vele masten. Alleen al om de herrie te ontlopen gaan we boodschappen doen in het dorp en zoeken we een terras op. We vinden een leuke terras op een binnentuin van een van de cafe’s. Het ligt erg beschut met weinig wind en we horen ook de wind van de straatzijde niet. Onze oren krijgen even rust. Heerlijk!  

Wandelen in het bos

Vandaag maken we een lange wandeling op het eiland. Het waait nog steeds hard, maar gelukkig is er veel bos op het eiland. We lopen direct bij de haven het bos is en dwalen daarna via een pad naar het westelijk strand. Daar waait het echt veel te hard  om prettig te wandelen op het strand. We worden compleet gezandstraald. We keren om en lopen via het bos richting het dorp. Daar halen we een patatje bij de lokale friettent en lopen aan de andere kant het dorp weer uit. We volgen een nieuw pad langs de bekende vuurtoren en via het bos weer terug naar de jachthaven. Al met al een mooie tocht van een kilometer of 11.  

De haven ligt inmiddels aardig vol. Er komt sporadisch af en toe wat bij en er gaat vrijwel niemand weg. 

Op naar de eilanden

’S ochtend zijn we er vroeg uit. Dat moesten ook omdat we het tij richting Vlieland moeten halen, maar daarnaast ging het ankeralarm af en lagen we ook al niet echt meer. De wind was eerder dan voorspeld gedraaid naar het zuiden en ook fors toegenomen. In plaats van een voorspelde knoop of 8 (windkracht 3) stond er nu ruim 15 knopen (een dikke 4 bft met vlagen naar 5 bft). We klotste letterlijk ons bed uit.  

De elektrische ankerlier was ook hier een uitkomst. Terwijl we op de motor tegen de wind in varen haalt de lier binnen een minuut het anker op. Ook nu weer geen vuile handen. Het touwtje om de afstandsbediening, bedoeld om je nek te hangen, bewijst we zijn waarde. Rob struikelt op het stuiterende en zonder koord had de afstandsbediening mooi overboord gelegen. Een goede les om dat altijd te gebruiken. 

Om 06:45 liggen we in de sluis van Kornwerderzand. Samen met ons nog twee andere schepen. Als we de Boontjes in varen gaat Corry nog even liggen. Van slapen was niet veel gekomen. De wind houdt aan en met het tij mee vaart Rob in een uur of 4 naar Vlieland. Daar laat ook Corry zich weer zien. We zoeken in de haven een lege box. Het havenkantoor is gesloten, maar tegenwoordig kun je ook digitaal betalen, dus dat is zo geregeld.  

In de middag vermaken we ons met kijken naar de andere boten die worden geholpen om aan te leggen. Met zuidelijk wind is Vlieland een lastige haven om aan te lopen. De wind blaast vol over het wad en met een inmiddels stevige 5 bft is aanleggen met de wind van opzij in de krappe haven  voor menig zeiler een uitdaging. Toen wij binnenkwamen was er geen havenmeester te zien, maar nu varen ze rond in een Rib en dirigeren de boten naar een box. Ze varen vooruit, leggen hun Rib tussen de boot ernaast en de steiger waarin de nieuwkomer moet gaan liggen en fungeren als super fender. Vaak is dat ook wel nodig. De doorgangen zijn krap en met de wind van opzij zou menig boot anders crashen tegen de boot die er al lag. Zeker de niet altijd zo ervaren vakantiezeilers willen nog wel eens te laat insturen en dat ligt je met de boeg echt op ramkoers van de boot ernaast. In deze omstandigheden gaat er geen dag voorbij zonder schade in de haven 😉 

In de middag lopen we naar het stadje. We wilde nog op een terras zitten, maar zien niets dat er gezellig uitziet. Terug op de haven lopen we naar het restaurant daar. Ze bedienen niet op het terras vanwege de harde wind. Binnen kunnen we nog wel kort zitten voor de tafels worden ingenomen door reserveringen voor het diner. Echt gezellig is het niet, maar je hebt wel mooi uitzicht over het inmiddels wilde water. 

Dagje gennakeren

In de ochtend proberen we voor het eerst onze nieuwe ankerlier. Rob heeft afgelopen week nog hard gewerkt om de nieuwe Lowfrans lier te installeren. De lier was een cadeau van zijn moeder. Er kwam nog wel het nodige bij zoals installatiemateriaal, afstandsbediening, enz. Maar we denken er een hoop plezier van te hebben. Er staat vandaag weinig wind dus het is sowieso makkelijk anker op, maar met de elektrische lier is het heel makkelijk en nog belangrijker… vooral ook snel Met de handmatige lier het anker ophalen is (afhankelijk van de hoeveelheid ankerketting) al gauw een paar minuten werk. Nu is het anker in 30 seconden binnen en kunnen we weg. Geen vieze handen. Wel een vieze lier. Daar moeten we nog wat op verzinnen. Paar emmers water helpt wel, maar een mogelijkheid om de boel af te spuiten is wellicht toch handig. Nu ligt er een emmer zand in het ankerluik. 

Er staat weinig wind, maar wel een uitbundige zon en de temperatuur is prettig. Rond de 20 graden. Ofwel, niet te warm en niet te koud. Op een boot ben je de hele dag buiten en is er vrijwel geen schaduw. Dat hoeft het ook niet te warm te worden, want dan brand je weg. We varen tot aan Wijdeness op het grootzeil en fok en dan kunnen we ruimen waarna Rob’s nieuwe speeltje erop kan. De gennaker. Dat is een soort grote fok, maar dan van spinnakerdoek. Hij was er nooit zo fan van omdat hij liever met de spinnaker vaart, maar het is beter te handelen. Daarnaast is dit zeil ook zo gesneden dat er het ook met de spinnakerboom gevaren kan worden, alsof het een spinnaker is. Dat werkt bijzonder goed en daarmee hebben we eigenlijk het beste van twee werelden. 

We gaan vlotjes door de sluis in Enkhuizen en varen door tot aan Makkum. Een paar mijl voor Makkum draait de wind en gaan de zeilen eraf. Dat komt goed uit want we willen voor anker en dan lig je liever niet aan lagerwal. Voor de tweede dag drinken we Spritz met ijsklontjes. Het moet niet luxer worden 😉 

Waarheen?

Vandaag start onze vakantie. We hebben drie weken. Eventueel in te korten tot twee weken. Eerste issue is waar we nu eigenlijk naar toe gaan. Of beter gezegd… waar we morgen naar toe gaan. Vandaag weten we al. Rob krijgt vanmiddag zijn twee prik en daarvoor moeten we in Hoorn zijn. We vertrekken rond 11:00 en varen op ons gemak met onze nieuwe genaker richting Hoorn. Het is heerlijk weer. Niet te warm, niet te koud. Weinig wind, maar met ons nieuwe zeil geen probleem. We maken een gestage voortgang rond de 4 knopen.

Door Corona hebben we het ook dit jaar het buitenland (grotendeels) uitgesloten. Voor dit jaar hadden we eigenlijk 3 tot 4 maanden Oostzee op de planning, maar dat gaat het zeker niet worden. Eerder deze week hadden we Zeeland in gedachten. Daar zijn nog wel wat plekjes waar we nog niet eerder zijn geweest. Ook heeft Rob deze week nog een elektrische ankerlier geïnstalleerd en in Zeeland is het ook prima ankeren.

Vrijdag leerde we echter dag de Haringvliet storing heeft en de komende weken dicht blijft op een enkel uurtje op vrijdag. Je kunt er wel om heen varen, maar het is toch gedoe en het is al druk op het water met Corona. Daar gaat dit niet bij helpen. Dus het wordt waarschijnlijk dan maar richting Wad. Zijn we ook al tijden niet meer geweest. Het is er altijd veel te druk , maar met onze huidige bijboot is buiten ankeren ook nog een oplossing. Enfin, we zien morgenochtend wel weer.

In Hoorn ankeren we in het kommetje en peddelen we (dat wil zeggen Rob ;-)) naar de kant. Het is 3 kwartier lopen naar de IJsbaan waar Rob zijn vaccinatie krijgt. Zo blijven we mooi in beweging. Hij wordt redelijk snel geholpen en twintig minuten na binnenkomt zit de prik er bij hem in. Formeel moet hij nog vijftien minuten wachten, maar na vijf minuten is hij al zat en staat al weer buiten. In de stad is het druk. Rob scoort nieuwe blauwe sneakers en we doen boodschappen bij de Deen. Daarna terug peddelen en mooi zitten aan boord.

Voor anker in het kommetje