Vorige week was Rob met Peter zeilen. Het was toen best koud. Dit weekend is het anders. We vertrekken rond een uur of twaalf richting Medemblik. Er staat veel te weinig wind, maar om nu meteen te gaan motoren… Natuurlijk gaan we het eerst proberen. Het wordt vast beter 😉 Met slechts een paar knopen wind modderen we zo wat aan om vooruit te komen. Het gaat niet hard, maar het is evengoed heerlijk zeilen.
Het zonnetje schijnt in de kuip en warmt ons op. Zonder zeiljas en met een warme trui is het goed te doen. Het zog van de boot is honderden meters achter ons te zien op het vrijwel vlakke water.
Na twee uur zijn we al met al drie mijl verder. Nog vijf te gaan. Je kunt ook overdrijven. Laat aankomen is ook niet echt handig. Om half vijf is het immers al donker. Motor aan en gaan dan maar. Een uurtje later komt er nog wat wind gaat het zeil er weer op. Dat duurt echter niet lang en dus varen we ook het laatste stuk op de motor.
Meestal liggen we in Medemblik aan de Oosterhaven, maar daar is het vol. We gaan nu aan de overzijde liggen. Daar ligt slechts één boot. We meren af voor deze motorboot. Niet ver van de brug en van bekend eetcafé Kwikkel. Bijzonder prettig is dat er gewoon stroom (220v) is. Deze schakelen ze in de haven gelukkig tegenwoordig bijna nergens meer uit in de winter. Zonder kan natuurlijk wel, maar voor de boiler en de de waterkoker is het wel super handig. We gaan de stad in en maken een rondje langs de winkels.
Klaar met winkelen zakken we af naar eetcafé Kwikkel. Daar nemen we de weekend aanbieding. Twee glazen witte wijn met bitterballen. Alleen daarvoor zou je al naar Medemblik varen 🙂 Eten doen we lekker aan boord.
’s nachts worden we wakker van geschreeuw en herrie. We schrikken want denken dat er iemand in het water is gevallen. Het blijken echter een aantal dronken jongeren te zijn die veel herrie maken en overal tegen aan schoppen. Een ervan staat op een poton dat onder de brug ligt. Door heen en weer te bewegen weet hij het aardig in beweging te krijgen en dat geklots deed ons denken dat er iemand in het water lag te spartelen. Na een tijdje raken ze uitgespeeld en lopen weer verder. De rust keert weder en niet veel later slapen we alweer.
We ontbijten met warme broodjes, thee en koffie. Rond een uur of 11 vertrekken we. Het lijkt een rustig dagje te worden. Er staat aanzienlijk minder wind dan gisteren. We hijsen al in de haven de zeilen en varen met een kleine drie knoopjes het kanaal uit richting IJsselmeer.
Eenmaal op het IJsselmeer lijkt Enkhuizen net bezeild (de term om in een keer een plek te kunnen aanvaren zonder onderweg de zeilen een keer aan aan de andere kant van de boot te moeten zetten). Het zonnetje schijnt bleekjes door de dunne bewolking. Het is flink kouder dan gisteren. Niet alleen is de temparatuur lager, ook komt de wind nu van voren. Recht in het gezicht. Ook bewegen we minder. Gisteren moest je je soms letterlijk vasthouden om niet de kuip uit geslingerd te worden. Nu bewegen we soms bewust omdat je van het stilzitten helemaal koud wordt.
Om ons warm te houden duik ik met enige regemaat de kombuis is. Kopje warme chocomel? Warme thee? Trek in soep? Warme knakworsten? De waterlijn komt steeds hoger te liggen van de proviand die we op maken. Verder is het rustig varen. Bij Stavoren lijken we aangevaren te worden door iemand die waarschijnlijk binnen zijn handen aan het warmen is. Hij komt echter tijdig naar buiten en verlegt op tijd zijn koers. Het is een van de weinige boten die we vandaag zien.
Rond 15:45 zijn we terug in de haven. We ruimen de boot op en zakken af naar het clubgebouw. Corry heeft bardienst en we treffen haar aan samen met Cora, de vrouw van Peter. Er komt nog wel wat aanloop, maar ook hier lijken de meeste mensen liever thuis voor de kachel te zitten. Wij hebben er in ieder geval een mooi, zij het koud, weekendje op zitten.
Dit weekend ga ik (Rob) zeilen met een goede vriend. Peter is 75, maar hij is stoerder aan boord dan menige vriend van mijn eigen leeftijd. Het wordt wel bikkelen vandaag. Het is rond de 5 graden en het waait bijna 20 knopen.
We vertrekken rond een uur of 11 en blazen met halve wind richting Stavoren en aansluitend door naar Makkum. We moeten hard werken om de forse vlagen (tot windkracht 7) op te vangen en dat houdt ons lekker warm. We sturen om en om een uur en dat is best koud zo lang zitten vol in de wind achter het stuurwiel.
Peter heeft verwarmde handschoenen meegenomen, maar de batterijen houden er na een uurtje al mee op. Dan bedenk ik mij dat wij ook verwarmde handschoenen aan boord hebben. Wellicht passen de batterijen ook op Peters handschoenen. Dat blijkt te kloppen en onze batterijen zijn ook bijna 3 keer zo groot. Die gaan aanzienlijk langer mee. Helaas was een van de batterijen al leeg, maar de andere handschoen is voorlopig weer warm.
Rond 15:00 arriveren we in Makkum. We varen door tot aan de sluis en leggen aan in de lege gemeentehaven. Onderweg hebben we twee boten gezien. Hier ligt er wel geteld één. Goed afgesloten en niet bedoeld om nog te gebruiken deze winter. We stoken de kachel op en warmen een uurtje op voordat we de stad in gaan. Daar blijkt Sinterklaas aangekomen te zijn, want het stikt er van de zwarte pieten.
We schuiven aan bij Café Romana. Dat klinkt welliswaar buitenlands, maar het is oerhollands. Of beter gezegd, oerfries. Lokaal publiek, met en zonder kleine kinderen, vermaken zich met vooral veel herrie. Het is een kakefonie van harde muziek en krijsende jonge kinderen. Nou ja, je hebt in ieder geval het gevoel dat je onder de mensen bent. We drinken op ons gemak een paar biertjes. Peter hoort al niet zo veel, maar in deze omstandigheden is praten gewoon onmogelijk. Voor ons geen probleem. We hebben net vier uur samen op het water gezet en een uur aan boord. Tijd genoeg gehad om te praten.
Daarna twijfelen we wat te doen. Ik vind het op zich best om alvast wat te gaan eten, maar Peter vindt dat veel te vroeg. We gaan nog maar weer aan boord. Rond een uur of zeven gaan we de stad weer in. Dit keer naar eetcafé De Zwaan. Binnen is het niet zo druk, maar aan de tafel voor ons zitten de pieten van vanmiddag. Grotendeels nog in de schmink. Zoals je van echte pieten mag verwachten hebben ze reuze lol. Wij kunnen geen gesprek meer voeren door de herrie, maar gezellig klinkt wel. Het eten is eenvoudig, maar lekker.
Aan boord trekt Peter de wiskey open die hij heeft meegenomen. Om te proeven neem ik een slokje, maar dit is echt te sterk voor mij. Ik hou het lekker bij een rood portje. We maken het niet laat en na een drankje kruipen we onder de wol.
Vandaag is het heel ander weer dan gisteren. De dag begint met een stevig zonnetje. Het lijkt wel de start van een mooie lente dag. Rob wordt er op uit gestuurd om warme broodjes te halen bij de Deen. Geen straf zo met dit weer. Dat beloofd wat voor het zeilen.
Rond een uur of twaalf vertrekken we. Net buiten de haven hijsen we de zeilen. We varen de eerste 5 mijl min of meer aan de wind. Dan slaan we af naar het noorden en kan de spinnaker erop. Rob zijn ding. Enorm geklooi met lijntjes, bomen en blokjes, maar het werkt prima als het eenmaal staat.
Bij Oosterleek zijn ze aan het kiten en ze komen vlak langs onze boot. Op video (van je telefoon) ziet het er altijd uit als ergens “ver weg”, maar aan boord heb je bijna het gevoel dat je ze kunt aanraken. Ondertussen blijft de zon lekker schijnen. Zo voor de wind is het bijna warm in de kuip.
Na 3 uur varen naderen we de sluis en ruimen we alles op. Een klein uurtje later liggen we weer in onze box.
We hebben matig geslapen. Er was eerder deze week 8 knopen wind voorspeld, maar dat was ver onder de realiteit. Het gierde en bulderde en we zwiepten als gevolg daarvan achter het anker. Het weerbericht maakt ons niet gelukkiger. Ruim 20 tot 28 knopen wind wordt er voorspeld voor vandaag. Dat was niet de bedoeling.
Gisteren zagen we al het weerbericht veranderen van 3 bft naar 5 bft, maar vandaag staat er nog een tandje bij. Dat wordt een lange rit naar Muiden. Omstandigheden maken echter dat we naar Hoorn i.p.v. Muiden moeten. Dat lijkt in ieder geval beter aan te varen. Ook hoeven we dan niet direct vroeg weg.
Rond twaalf uur willen we het anker ophalen. Op de meter staat echter 35 knopen wind. Net aan windkracht 8. Dat wordt nog een uitdaging… We hebben geen ankerlier en het anker en de ketting moeten met de hand worden opgehaald. Qua gewicht is dat wel te doen, maar de boot moet ook richting anker. Door de wind is de boot echter niet op koers te houden. We worden van links en rechts weggezet. Recht naar voren is er niet bij. Met deze wind kan Rob de ketting ook niet houden. Als we weggezet worden door de wind glijdt de ankerketting door zijn handen.
We doen meerdere pogingen. Maar we komen niet op koers om voldoende dichtbij het anker te komen en het op te halen. Een keer lukt het om tot boven het anker te komen. Het anker komt echter niet los uit de modder en als we opzij gezet worden houdt Rob de ketting niet meer. We zijn weer terug bij af.
We rusten uit en bedenken een nieuwe strategie. We moeten op de een of andere manier tijd winnen tijdens het anker ophalen. De boot beweegt te veel en te snel om in een keer het anker binnen te halen. Dan krijgt Rob een idee. Voor het borgen van de ankerlijn gebruiken we een lijn met daaraan een “duivelsklauw”. Dat is een speciale haak die aangrijpt op de ketting. De ketting is dan niet rechtstreeks met de boot verbonden, maar met een polysterlijn die rek heeft. Veel rustiger bij veel wind zoals vannacht. Rob maakt de lijn zo kort dat deze niet aangrijpt voor de boot, maar aan dek boven het ankerluik.
Bij het binnenhalen van de ankerketting kan hij, als hij het niet meer houdt, de duivelsklauw op de ketting zetten als stopper. Op deze manier lukt het om de ankerketting beetje bij beetje in te halen. Terwijl de boot heen en weer zwiept wachten we totdat de boot in lijn met het anker komt. Dan geeft Corry flink gas naar voren en kan Rob de ankerketting een paar meter inhalen en borgen. Vervolgens wachten op een volgend moment en opnieuw. Als de ketting vrijwel binnen is kunnen we met de stopper op de ketting “over het anker” varen en trekken we het anker met geweld uit de modder. Dan is het alleen nog binnen halen en vastzetten. Gelukt! Zij het evenwel en uur later dan gepland.
Dat laatste is overigens lastig. In de eerste plaats was er rond 13:00 een wind pauze (van 6 bft) voorspeld en ten tweede zou de wind daarna draaien richting west. De kant waar we op moeten.
De wind is dusdanig hard dat we maar moeizaam vooruit komen. We varen op de motor en die draait ver boven de gebruikelijke toeren. Beter zou zijn om te gaan zeilen, maar het is recht tegen de wind in. We verwachten dat het een half tot een uurtje motoren is tot we een koers hebben waarbij we prettig het zeil kunnen zetten. Dat zit er echter niet in. Tegen de tijd dat we de wind zo hebben dat het zeil uit kan, zijn we al dicht in de buurt van Hoorn. Daarnaast giet het inmiddels als wat, dus alles wordt alleen maar nat. We motoren maar stug door…
In Hoorn hebben we mazzel. En is nog een plekje aan de kant vrij voor ons. Er liggen vooral vaste (winter)liggers en de helft is van die aard dat je er liever niet aan vastligt. Zelfs je plastic boot zou er spontaan van gaan roesten. Dit past ons echter mooi en we liggen strak aan de kade. We hebben zelfs stroom en mogen dus in geen enkel opzicht klagen. Ineens missen we de vlag. Wat blijkt? Hij hangt achter de boot. De vlaggenstok heeft de harde wind niet overleefd, De kop van de vlaggenstok is in het midden geheel gebroken. Het stukje zit nog aan de vlag. Nou, die valt nog wel te repareren.
We maken schoon schip en gaan de stad is. Het is nat en koud, maar het mag de pret niet drukken. We maken een rondje door de stad en zakken dan af naar ’t Schippershuis. Een cafe aan de haven. Vroeger kwamen we nooit op deze plekken, maar sinds cafe Bok (officeel het Wapen van Urk) onze thuishaven is geworden, komen we vaker in dergelijke cafe’s. We eten lekker aan boord en liggen vroeg in de kooi.
Morgen heeft Rob een vergadering van de Kustzeilers in Muiden. Mooie gelegenheid om morgen heen te zeilen en zondag weer retour. Omdat de sluis in Enkhuizen in winterstand staat willen we vandaag alvast aan boord gaan en aan de Markermeer zijde voor anker gaan. De sluis draait in de weekenden van november pas vanaf 08:30. Liever gaan we er nu dan al door heen. Dan kunnen we morgen vertrekken wanneer we willen.
Sinds twee dagen liggen we in een nieuwe box. Dat wilden we graag omdat de oude box wel erg krap was. We konden er alleen met grof geweld in want de ruimte tussen de palen was exact gelijk aan de breedte van de boot. In de praktijk liepen we vast tussen de palen en na wat gas geven floepten we dan de box in. Op zich wel handig als er veel wind staat. Nadeel was ook dat de box precies even lang was als de boot. Daardoor hadden we hele korte landvasten die al snel uitrekten waardoor ze gingen kraken (en dat klinkt ’s nachts heel hard). Bovendien zwiepte de boot met een beetje wind van achter al snel tegen een paal.
De nieuwe box is bijna een meter breder en een meter langer. Ook heeft hij een zijsteiger. Makkelijk, maar al met al wel anderhalf keer zo duur. Je moet er wat voor over hebben. Prettig is dat we nu ook met de stootwillen langszij de box in en uit kunnen varen.
Bij de sluis aangekomen zien we niets gebeuren. We wachten een paar minuten en dan roept Rob de sluis op met de marifoon. Op zijn verzoek om te mogen schutten krijgt hij een wat geïrriteerd antwoord. Of we naar de lichten willen kijken. Inderdaad, die staan plotsklap op rood/groen. Maar vijf seconden geleden echt nog niet. Enfin, ze zal wel een zware dag hebben gehad. Rob bedankt haar en even later varen we de sluis in.
Eenmaal door de sluis gaan we door naar de kom van de oude sluis. Deze sluis wordt alleen af en toe door beroepsvaart gebruikt en in de kom kun je goed ankeren. We zetten 20 meter ketting en dan kan de kachel aan. Hier geen WiFi dus de 4G bundels moeten er aan geloven om TV te kijken. Met gezamenlijk 32 GB kunnen we wel wat hebben, dus wat dat betreft geen beperkingen.