De volgende dag verkassen we richting Lemmer. We hebben het plan opgevat om binnendoor naar Lauwersoog te gaan en daarvandaan naar Borkum dan wel terug naar de eilanden. Een beetje afhankelijk van het weer. Volgens de buren is het mooi liggen in Leeuwarden. Dat moeten we dan maar ervaren. We zijn helemaal niet thuis in Friesland en Groningen. We zijn alleen een keer naar Sneek gevaren. De stad was wel leuk, maar het weer was slecht en de vele muggen nog slechter. Hopelijk gaat het nu beter.
Bij Sneek zien we Jeroen Mulder, onze havenmeester, varen. Die heeft ook vakantie. We zwaaien en leggen 10 minuten later aan bij de sluis die toegang heeft tot het prinses Margriet kanaal. Eenmaal op het kanaal worden we geconfronteerd met veel wind, regen en heel af en een beetje zon. Wat dat betreft gelijk aan onze eerdere tocht naar Sneek. Hopelijk blijft het niet heel de tijd zo.
Als we bij Sneek zijn twijfelen. Daar aanleggen betekent ver de stad invaren. We kunnen ook aanleggen bij het starteiland op het Sneekermeer, maar dat zie er uitgestorven uit. Iets verder op ligt Terne en op de kaart lijkt dat een leuk klein dorpje. Rob belt er een jachthaven en vraagt of we daar nog terecht kunnen. Geen probleem zegt de havenmeester. Als we er echter zijn blijft het niet echt een jachthaven te zijn, maar een werf met ligplaatsen. Bijzonder ongezellig en buiten het dorp.
Nadat Rob alvast de watertank gevuld heeft spuit hij het anker af want dat was vanochtend niet goed gelukt. Als de modder erop blijft zitten roest het snel weg. De havenmeester is daar echter niet ven gediend en hij krijgt een complete tirade over zich heen. Misschien is het inderdaad niet zo handig om dat met drinkwater te doen, maar de uitbrander die hij krijgt slaat echt alles. Vervolgens sluit de havenmeester af met de woorden dat hij niet snapt dat iedereen een negatieve review over hem plaats. Tja… uh? Wat wil je dat we zeggen…?
Enfin, het anker is schoon en we maken een wandeling naar het dorp. Stel niet veel voom, maar het ziet er als een echt vakantiedorp uit. We moeten nog eten, maar we hebben weinig zin om bij een restaurant op een terras te gaan zitten. We houden het bij een patatje van de lokale snackboer en gaan daarna weer aan boord.