Het is om 17:00 hoog water bij de ingang van de Deben. We willen er daarom pas om 15:30 aankomen. De rivier is behoorlijk ondiep, zeker op het einde, en voldoende water is een pre. Aan het einde ligt Woodbridge waar de haven een drempel heeft zodat het water in de marina blijft staan als de rivier droog valt bij eb. Er moet voldoende water staan willen we erin kunnen. Rond hoog water moet dat lukken.
Rob spreekt nog een ander Nederlands stel. Zijn varen vandaag ook naar Woodbridge, maar vertrekken ruim 2 uur eerder. Rob vergeet te vragen naar hun diepgang, maar heeft wel zo zijn twijfels of dat niet wat te vroeg is. Het is een Winner 10.10 en die steken meestal toch net zo diep als wij.
Overigens zie je in dit soort havens niet veel Nederlanders. Als er nog één of twee Nederlandse boten liggen is het veel. Belgen, Duitsers of Fransen zie je al helemaal niet. Zo behoud je nog wel een beetje het “buitenland” gevoel. Op de Orwell met Pin Mill en Ipswich is dat al veel anders. Daar varen bijna net zoveel Nederlanders als Engelsen…
Voordat we vertrekken koopt Corry nog een kunstwerk bij de Chandlery. Een houten muisje. Behalve bootspullen hebben ze ook veel lokale kunst. Met name nautische schilderijen. We zien enkele leuke, maar we hebben thuis ook nog het een en ander staan en tot op heden er voor gekozen om nog niets op te hangen… laten we daar eerst maar eens naar kijken.
We tanken nog even. Rode diesel weliswaar, want andere hebben ze niet. Goed om de bon te bewaren want echt leuk vinden ze dat niet als ze het in Nederland in je tank aantreffen.
Vandaag is het voor het eerst echt heet. Bloedheet om zo te zeggen en natuurlijk ook vrijwel geen wind. Handig met zo’n zeilvakantie 😉
De aanloop van de Deben vraagt wat voorkennis en de download van een actuele kaart. Direct bij de ingang ligt een gevaarlijke grindbank die tevens continu verschuift. Met rustig weer is het goed te doen. De drie tonnen bij de ingang strak volgen, daarna de zuidzijde (tot op enkele meters van het strand) aanhouden en halverwege direct strak naar de overkant. Als het flink waait zal het best spannend zijn, maar nu varen we er kalmpjes door.
De rivier kronkelt zich door het landschap en het is goed opletten waar de tonnen liggen. Hier geen bakboord en stuurboord tonnen, maar af toe alleen een stuurboord ton dan wel alleen een bakboord ton. Of gewoon even niets (in bochten dan maar de buitenzijde aanhouden) of bij dorpjes het “pad” tussen de boten gelegen aan moorings. Je plotter (de boot TomTom) kun je het best negeren, want de rivier verandert regelmatig. Leuk voor het algemene beeld, maar niet om nauwkeurig op te varen.
We passen onze snelheid nog wat aan. Langzamer. Het heeft geen zin om er te vroeg te zijn want dan kunnen we niet over de drempel bij de haven. Geen probleem want het is geen straf om hier te varen. Langs de mooi glooiende oevers liggen leuke dorpjes, duizenden bootjes aan moorings en we genieten van de talloze vergezichten.
Rond 16:00 komen we aan bij Woodbridge. Rob roept de haven op, maar die reageert niet. Hm… vreemd want het is duidelijk dat de boten voor ons wel contact hebben. De marifoon berichten galmen over het water. Oeps… Rob roept Woodbridge marina op, maar het is Tidemill marina. Nu wordt er direct gereageerd.
We kunnen net over de drempel. De pijlschaal geeft 1,85 aan (wij steken 1,75), maar de diepte meter komt niet onder de 2 meter als we er over varen. We leggen aan in de box en gaan op zoek naar een pub. Het was een lange dag in een bloedhete zon en we zijn er wel klaar mee.
Er is niets op de haven. We vinden een pub, maar daar zit je buiten direct aan een drukke weg. We ploffen neer op het terras van de lokale bioscoop. De Engelse buurman in de haven had ons er al op gewezen. Honderden soorten drank, maar slechts 3 soorten bier en alleen pils uit Tsjechië op de tap. Vreemde gewaarwording in het land van de ale’s. Dan maar een Adnams uit de fles…
De bioscoop wordt waarschijnlijk gerund door een Tsjechische familie want iedereen uit de bediening heeft wat oost-Europese trekken. Een andere sfeer dan de gemiddelde pub, maar niet verkeerd. We vertrekken evengoed iets later naar de pub aan de overkant want de parasols zijn hier erg klein en we hebben wel voldoende zon gehad vandaag. Daar drinken we nog een echte pint en zakken weer af naar de boot.
Nog steeds bloody hot gaan we maar met een glas wijn lekker in de bijboot zitten met de pootjes overboord. Zo is het uit te houden :-).
Als het donker wordt lopen we nog even naar de rivier. De drempel van de haven staat droog. In de haven staat nu nog +/- 2 meter water, maar op de rivier stroomt nog slechts een beetje water tussen de drooggevallen boten door.
Rob moet natuurlijk weten tot hoe ver hij kan lopen de rivier op en raakt prompt bijna zijn slippers kwijt. Hij zakt binnen de kortste keren tot ver boven zijn enkels in de modder. Met veel gedoe lukt het hem om zowel niet te vallen als om zijn slippers te behouden. Ziet er wel heel knullig en onbeholpen uit als je hem door de modder ziet strompelen. Even later staat hij zijn voeten en slippers te wassen bij een waterpunt. Waarschuwing voor wie het ook een keer doet. Het duurde meer dan een week vele keren schrobben om de modderkleur definitief van zijn tenen af te krijgen.