In de loop van de nacht trekt de wind aan naar 35 tot 40 knopen (8 beaufort). De boot stampt zo in de haven dat er van slapen weinig komt. De verwachting is dat in de loop van de ochtend de wind wat afneemt. Een goede reden om niet te veel haast te maken met ontbijt.
Hoewel het flink klotst ligt de boot in ieder geval niet tegen de kade. Een aantal andere boten liggen daar wel en worden direct van recht opzij tegen de kade geblazen. We zijn benieuwd hoe ze daar weg willen komen. Ze liggen allen kop-staart, dus ruimte om vooruit of achteruit te varen is er niet. Er ligt een Bavaria 42 met een solo zeiler aan boord en de hele haven loopt uit om hem te helpen. Lijnen worden gelegd en adviezen worden gegeven. De schipper en omstanders hebben er uiteindelijk toch geen vertrouwen in.
Een van de andere schippers besluit wel te vertrekken en maakt een manoeuvre uit het boekje. Er wordt een lange lijn van de midden bolder naar de kade gelegd. Eerst draait de boot, middels een dikke fender op het achterschip en strak vastgezette lijnen, de boot met zijn boeg tegen de wind in. Eenmaal daar wordt de lange lijn van midscheeps naar de kade strakgetrokken en gaat de motor vol aan. Alle andere lijnen los en de boot komt keurig van de kant af. En ruim vrij van de kade maakt iemand de lijn op de wal los en weg zijn ze.
Als goede schippers vertrekken ze niet, maar varen een rondje en gooien een lijn over naar de Bavaria 42. Ook deze wordt midscheeps vastgemaakt en ze trekken de boot, tegen onze verwachtingen in, heel gemakkelijk haaks tegen de wind in van de kade af. Twee boten vrij.
Ook wij besluiten maar eens te gaan. Wij hebben het gelukkig makkelijker. We hoeven alleen recht naar achter en kunnen dan zo vrij weg varen. Wel even vaart houden, maar verder geen probleem.
De wind staat nog regelmatig boven de 35 knopen. We besluiten om het rustig aan te doen. Stukje fok uit en afsturen maar. Naar mate we van de kust af komen neemt de golfhoogte toe en wordt het flink surfen van de golven. Verder is het prima te doen. Na 2,5 uur varen zijn we weer in Enkhuizen.
Er wordt nog wat gedronken en gegeten bij de Mastenbar waarna Kees-Jan vertrekt richting huis. Rob gaat naar het clubhuis waar Corry wordt ingewerkt voor de bardiensten. Een van de leden geeft daar een presentatie over wedstrijdregels en de zaal zit vol met toehoorders. Ze zijn al ruim 2 uur bezig en diep in de materie, dus het valt niet mee om het laatste uurtje nog bij te houden.
Vandaag vertrekt Rob met zijn vriend Kees-Jan voor een weekendje. Er is flinke wind voorspeld, maar de heren malen er niet om. De doelstelling was eigenlijk Lemmer, maar Kees-Jan wil graag even zien hoe de boot zich houdt aan de wind. Dus wordt er koers gezet richting Medemblik.
De boot loopt lekker, maar eenmaal vuurtoren De Ven gepasseerd komen ze vol in de hoge golven vanuit Medemblik te liggen. Het gaat wel, maar het is hakken en hakken. Wellicht dan maar een stukje lager varen, achter het vogeleiland voor Andijk langs en dan een mooie slag naar Medemblik.
Goed bedacht, maar het werkt niet. De golven rollen om het eiland heen en liggen opnieuw recht op de boeg. Hm… in Stavoren is het ook vast goed vertoeven. Zo gezegd, zo gedaan. Nu met ruime koers lopen ze na 1,5 uur de haven van Hindelopen binnen. Gezien de wind zoeken ze een plekje zo diep mogelijk de haven in. Het gaat vannacht nog harder waaien en ze liggen hier aan lager wal. Dat is stampen tegen de kant.
Dan komt de havenmeester langs en wijst ze op een plekje, welliswaar vol in de wind, maar wel aan een steiger aan de lage zijde. De kant waar de wind niet op staat. Dat betekent van de kant afwaaien in plaats er tegen aan. Klinkt niet slecht. Eerst gezellig aan de borrel in cafe De Visserman, een wandeling door het dorp en daarna lekker eten bij Stadscafe de Posthoorn. Die laatste lopen we eigenlijk altijd voorbij, maar het eten valt niet tegen en er is ook nog wat lokale bevolking zodat het wat minder uitgestorven lijkt :-).
Om 08:00 vaar ik Muiden weer uit. Er staat een goede wind en het lijkt erop dat de Markerwadden bezeild zijn. Een uur later steek ik de vaargeul over en kort daarna draait de wind ook wat. De Markerwadden zijn niet meer bezeild, maar met een slag of twee kom ik er wel. Onderweg kom ik nu wel de nodige Singlehanded-ers tegen. Ik herken Laura Dekker met 650 mini waar ze nu in vaart en enkele anderen.
Bij Lelystad moet ik zowat tot aan de sluizen varen om een goede slag te maken naar de nieuwe aan te leggen eilanden. Eenmaal aangekomen blijken die al aardig vorm te krijgen. met de auto rij ik er bijna iedere dag langs (over de dijk), maar op 4 kilometer afstand krijg je er niet echt zicht op. Nu vaar ik er op slechts enkele honderden meters langs en is het goed te zien hoe groot (en hoog) de eilanden zijn. Het water voor de eiland is best diep (4 tot 18 meter) waardoor er waarschijnlijk op korte termijn niet te veel overlast is van waterplanten. Dat betekent volgend jaar lekker ankeren voor de eilanden en BBQ-en op het strand. Ik verheug me er nu al op.
De eilanden zijn echt groter dan ik dacht en het is een flink ommetje. Het is bijna 10 mijl varen (2 uur), maar er staat een stevige wind en de koers is goed. Om 14:00 kom ik aan bij de sluizen. Opnieuw kan ik direct doorvaren. In de sluis liggen nog twee mede singlehanded-ers waarvan er een gesleept wordt. Hij heeft een landvast in de schroef gekregen. Als Singlehanded-ers zijn we gewend onszelf te redden, maar zonder motor de sluis door is een editie of twintig geleden al afgeschaft en niet zonder reden 🙂
Onderweg van de sluis naar de jachthaven werk ik het log uit. Ik heb alleen de stoptijden op mijn telefoon genoteerd, maar uiteraard is dat niet voldoende voor de organisatie. Ik verwerk alles netjes, maak de route kaart in orde en vul de antwoorden van de opdrachten op de stempelkaart in. Formeel moet je ook een journaal bijhouden met bijzonderheden en opmerkingen, maar dat geloof ik wel.
Om 15:00 leg ik aan in de haven. Er zijn nog twee of drie boten, maar verder niet. Bij het restaurant lever ik de tracker weer in. Het zit er weer op. 206 mijl in 41 uur effectieve zeiltijd over een totale periode van drie etmalen en twee uur. Beste aardig.
Ik vertrek naar huis, richting de Compagnieshaven. Het is vrijwel geheel bezeild en ik geniet nog van het laatste stuk. Er is een rare lucht al de hele dag en de zon heeft een vreemde, maar bijzondere, oranje kleur. Later begreep ik dat dat kwam door de rook afkomstig van de bosbranden in Portugal. Om 18:15 lig ik weer in de box. Corry is een kwartiertje later en die eet snel een warm broodje uit de oven. Ze heeft om 19:00 voorbereidingen voor het zangkoor van de zeilvereniging en daarna het zingen zelf. Om 21:30 ga ik nog even naar het clubgebouw, maar de dames zijn niet van die ‘barhangers’, dus al snel is het clubgebouw leeg en zijn we weer aan boord.
Om 06:45 gaat de wekker en om 07:00 vaar ik de haven uit. Er is weinig wind, maar het is wel een prachtige ochtend. De wind is iets oostelijker dan voorspeld en Medemblik lijkt daardoor bijna bezeild. Na een uur of drie haalt Klaas-Jan me in. Ondertussen heb ik eieren gekookt en een ontbijtje gemaakt. Ik moet een slag maken en kan dan recht op de haveningang af. Vlak voordat ik binnen vaar, vaart Klaas-Jan al weer uit. Toch bijzonder dat ik zo weinig Singlehanded-ers tegenkomen en Klaas-Jan overal.
Ik haal een stempel bij het Hotel aan de haven en ben in no-time weer buiten. Ik hijs de Westland-Utrecht en kan deze bijna laten staan tot aan Enkhuizen. met licht weer en de juiste koers is het een bijzonder effectief zeil. In Enkhuizen zeil ik de Compagnieshaven in en leg pontificaal aan voor het havengebouw. Het eerste wat ik doe ik water bijvullen en het vuilnis wegbrengen. Voor wie denkt dat ik passant ben in plaats van een vaste ligplaatshouder zal het wel lomp overkomen :-).
Daarna haal ik op het havenkantoor een stempel. De dame achter de balie had niet gezien dat ik voor had aangelegd en en meende eerst nog dat ik meedeed aan een wielerronde (ik had mijn zeilhandschoenen nog aan die ze aanzag voor wielrenhandschoentjes). Daar vertrek ik richting Urk.
Bij vertrek was het mooi zeilen, maar helaas draait de wind en neemt hij af. Enkele momenten is er helemaal geen wind meer (wel heerlijk weer), gelukkig blijft er overal gezien continu net wat wind staan. Als ik in Urk aanleg wordt ik door de havenmeester gemaand om dichter bij de boot voor mij te gaan liggen. Ik doe het braaf, maar geef ook aan dat ik alleen een stempel kom halen. Ik had nog geen idee waar, maar dat probleem is direct opgelost. De havenmeester, in zijn parmante golfkarretje, heeft gewoon een stempel bij zich! Top. Ik ga nog snel even naar de supermarkt voor wat kleine pizza’s en ben weer weg.
In minder dan 20 minuten ben ik Urk weer uit. Buiten staat er nog steeds weinig wind. Het is inmiddels 17:00 geweest en ik zet de oven aan om de pizza’s te proberen. Het is een verpakking van 4 kleine pizza’s met een doorsnee van circa 10 cm. Ik maak er twee in de oven en ze smaken best ok. Geen culinaire hoogstand, wel prima als snelle snack.
Ondertussen is de wind toegenomen en het is zowaar bezeild richting de sluizen in Lelystad. Ik zit te twijfelen tussen voor anker gaan bij de Hurkende Man (een beeld bij de sluizen aan de Markermeer zijde) of door te varen naar het Paard van Marken (woonhuis op het uiterste puntje van Marken) en daar voor anker te gaan. Doorvaren naar Muiden is 20 mijl vanaf Lelystad en dan wordt het wel erg laat.
Bij de sluizen kan ik direct door. Zelden ben ik zo snel door alle sluizen heen als dit jaar 🙂 Ik besluit om door te varen naar Marken. Na een uur varen wordt ik gebeld door Klaas-Jan. Hij verbaast zich waar ik nu ineens vandaan kom. Hij vaart me tegemoet op circa 2 mijl afstand en zag me op de AIS. Hij had Urk als eerste haven aangedaan en kon daarom rechtstreeks van Enkhuizen naar Muiden varen. Nu is hij onderweg naar het rondje om de nieuw aan te leggen Markerwadden bij Lelystad en dan te finishen. Twijfelend omdat hij al zo ver is, check ik nogmaals de afstand naar Muiden. Ik ben al verder dan ik dacht. Het is nog 8 mijl naar het Paard van Marken en 14 mijl naar Muiden. Het is nu 20:00 uur en ik kan dus om 23:00 in Muiden zijn. Dat scheelt morgen weer twee of drie uur kruisen. Ik bel Corry en geef aan dat ik toch door vaar naar Muiden.
Vanuit Amsterdam loopt er een “snelweg” voor binnenvaartschepen naar Lelystad en visa versa. Het is er buitengewoon druk. Ik wil eigenlijk oversteken, maar met de koers die ik vaar kan ik hem niet zonder forse koerswijziging direct oversteken. Uiteindelijk blijf ik er naast varen tot aan voorbij Almere en daar steek ik over. Varend langs Pampus loop ik de haven van Muiden aan. Eenmaal binnen twijfel ik waar aan te leggen.
Ik moet een foto maken van een plakkaat dat aan de oostzijde van het riviertje ligt. Meestal liggen we in de “Koninklijke”, de haven waar ook de boot van het koninklijk huis ligt, maar dat ligt aan de westzijde direct bij binnenvaart. Dat is dan vanavond of morgenochtend weer een eind lopen naar de woning van de opdracht. Ik besluit om door te varen. Er zijn ook boxen direct in de rivier aan de oostzijde. De boxen die vrij zijn zijn helaas veel te klein. Dan zie ik ineens dat ik voor de sluis kan aanleggen. Je mag daar niet (blijven) liggen, maar dat is wel vlak bij waar ik moet zijn voor de opdracht. Ik leg aan en schrik van de bladeren die naar beneden vallen. Ik heb de boom die hier staat helemaal over het hoofd gezien en ben er met de verstaging tegen aan gevaren. Gelukkig blijft het bij wat bladerwerk.
Ik maak een foto van een gedenkplaat op een pand slechts 100 meter verder en stuif weer weg. Ik vaar terug naar de ‘Koninklijke’ en leg daar aan in een box. De box is veel te groot en ik ben lang bezig om fatsoenlijk aan te leggen. Al met al lig ik goed vast om 23:45. Ik bel nog even met Corry, neem een douche en duik direct daarna de kooi in.
Vanochtend is het lekker uitslapen. Ik reken af bij de havenmeester en stap lekker onder de douche. Ik zit te twijfelen wanneer te vertrekken. Voor het tij is 17:00 tot 18:00 een ideale tijd. Dat is echter de hele dag wachten en dat trekt niet aan.
Op de steiger kom ik Klaas-Jan tegen. We nemen koffie met appelgebak bij het havenrestaurant en overleggen wat wijsheid is. Klaas-Jan denkt aan vertrek rond 15:00 of 16:00, maar hij heeft een snellere boot dan ik. Bovendien is het mooi weer. Iedere mijl is er toch maar weer één. Ik besluit om 13:00 te gaan, Klaas-Jan gaat een uur later.
Buiten de haven hijs ik de zeilen. De wind staat net iets westelijker dan zuid en dat komt goed uit. Ik moet wel kruisen, maar met grote slagen maak ik aardige mijlen. Dankzij de stevige wind blijf ik boven de 4 kn ondanks de tegenstroom. Als ik van het Schuitengat de Blauwe Slenk in vaar krijg ik stroom mee. Ook Klaas-Jan komt aanvaren. Hij heeft dus niet afgewacht tot 14:00, maar is vlak na mij vertrokken. Hij vaart sneller en scherper, dus na een uur is hij al weer uit zicht.
Aangekomen bij Harlingen ga ik de Boontjes in. De Boontjes is een zeer smalle vaargeul van 200 tot 300 meter breed met daarnaast direct ondiep water. In het verleden ben ik hier vele malen vastgelopen en dit jaar wil ik dat met de nieuwe boot niet hebben. Dat is wel een uitdaging want de omstandigheden zijn verre van ideaal. Maximale stroom tegen en ook de wind tegen. Na anderhalf uur ben ik 3 mijl verder en 54 keer overstag gegaan! Dat is gemiddeld 1x per anderhalve minuut. Ik ben kapot en nat van het zweet.
Vervelender is dat de oude eigenaar allerlei voorzieningen aan de verstaging had gemaakt voor het ophangen van vlaggetjes en pikhaken. De schoten (lijnen waarmee het voorzeil worden bediend) blijven hier regelmatig achter hangen. Met de forse wind wordt de boot dan onbestuurbaar en met achterop- en tegemoet komend verkeer en de ondieptes aan de smalle vaargeul worden dat gevaarlijke situaties. Naar voren rennen en de boel losmaken is dan het devies terwijl de boot afstevent op een tegenligger of een ondiepte. Voor en achter mij zie ik al enkele keren een mede Singlehanded-er vastlopen, maar ondanks de problemen blijf ik daar gelukkig van vrij.
Aan het einde van de Boontjes, als ik net vrij ben van het smalle stuk, raken de schoten volledig in de knoop in de verstaging. Ik dreig vast te lopen en moet vol gas op de motor wegsturen. Met grof geweld (een lierhendel als hamer) sla ik de haken en ogen aan de verstaging kapot om de schoten los te krijgen. Ik besluit verder te varen op de motor. Dit moet eerst fatsoenlijk opgelost worden. Dit is veel te gevaarlijk zo. Al met al vaar ik 40 minuten door op de motor tot aan de sluizen in Kornwerderzand.
Aangekomen bij de sluizen zie ik net de brug opengaan voor een ander. Ik geef vol gas en kan nog mee. Slechts 17 minuten later ben ik door brug en sluis en kan ik op het IJsselmeer de zeilen weer hijsen. Terwijl het langzaam donker wordt, warm ik de broccoli-spinazie soep op die Corry van de week klaargemaakt heeft. Ik zit te prikken in de soep en vraag me af waarom het zo lang duurt om de klonten te laten smelten. Pas na een tijdje bedenk ik me dat dit geen bevroren stukken zijn, maar stukjes kip. De soep is heerlijk en het is prachtig varen onder een heldere sterrenhemel.
Rond 21:00 nader ik de haven van Hindeloopen. Ik schrik me rot als ik vlak voor de haven een blinde ton (ton zonder licht) raak. Achteraf blijkt dat ik er vol op ben gevaren. Gelukkig geen schade, maar wel een mooie groene streep op het anker.
Als ik de de jachthaven in wil varen hoor ik Klaas-Jan roepen. Die kom je ook overal tegen… 🙂 Hij ligt in een box in het kommetje en er is nog een plek vrij. Hij helpt met aanleggen en we praten nog wat na. Hij heeft niet zoveel slagen hoeven te maken in de Boontjes als ik, maar met een veel groter zeil was het voor hem ook een ware uitputtingstocht.
Ik loop het dorp in op zoek naar restaurant Sudersee. Daar zou een opdracht voor ons moeten hangen. Na even zoeken vind ik de opdracht (opgehangen aan de achterzijde van het restaurant…) en maak er een foto van. Het antwoord kan ik later wel uitvogelen. Ik kijk nog even Zondag op Lubach en bel met Corry en dan gaan de luikjes dicht.
Het is 07:30 als ik weg vaar uit de box na een afscheid zoen aan Corry. Het is weer tijd voor de Singlehanded. Eigenlijk had ik me bedacht om dit jaar niet mee te doen, maar het bleek dat ik me al vorig jaar had ingeschreven. Vooruit dan maar weer 🙂
De Singehanded is een solo prestatietocht op het Markermeer, IJsselmeer en wadden van circa 200 mijl in maximaal 5 dagen.Van oorsprong geheel gericht op goed zeemanschap en zelfstandigheid is het echter steeds meer verworden tot een wedstrijd. Toen ik in 2010 er mee begin was het nauwelijks georganiseerd en de leeftijd van deelnemers, maar vooral van de boten, was behoorlijk hoog. Het was zeilen met zo weinig mogelijk gebruik van middelen waarbij het vooral ging dat de schipper zo goed verslag deed van waar hij was geweest en hoe hij daar was gekomen.
Sinds drie jaar is de organisatie overgenomen door Frits en Elly en die hebben er een goed georganiseerde tocht van gemaakt. Toen ik in 2010 voor het eerst meedeed waren er 40 deelnemers ingeschreven en deden er misschien 25 daadwerkelijk mee. Onder de leiding van Frits en Elly is het aantal deelnemers omhoog geschoten. circa 90 vorig jaar en ruim 60 dit jaar. Het karakter is echter ook veranderd. Een groot deel van de deelnemers zijn van het type “wedstrijdzeilers” en ook het aandeel hightech boten is behoorlijk toegenomen.
Frits had verzocht er uiterlijk om 10:00 te zijn voor de inschrijving, maar dat ga ik niet redden merk ik. Om 10:10 loop ik de haven in, om 10:15 meld ik me bij Elly voor de inschrijving. Ze kan me gelukkig ook een solo vlag lenen, want ondanks dat we er twee hebben konden we ze gisteravond en vanmorgen niet vinden.
Frits had een speciale gast aangekondigd. Dat blijkt zeilmeisje Laura Dekker te zijn. Ze vaart mee in een geleende Mini Trans 650. Een high tech boot van 6 meter 50 waarmee normaal solo wedstrijd over de Atlantische oceaan mee worden gevaren. In tegenstelling tot vorig jaar toen Henk ter Velde speciale gast was, doet zij geen praatje. Er wordt alleen een filmpje van haar op het eind getoond. Iedereen zit dan echter al aan de erwtensoep met roggebrood en spek, dus we krijgen er weinig van mee. Henk ter Velde is er overigens ook, maar hij houd het dit keer met uitzwaaien op het einde van de haven.
We varen dit jaar met trackers waardoor direct zichtbaar is waar iedereen vaart. Hoewel fancy vind ik het eigenlijk wat tegengesteld van de doelstelling van de tocht, het bij houden van een goed log en journaal. Je kunt het niet meer van deze tijd vinden (vind ik in ieder geval), maar in het reglement is dit wel ongeveer het belangrijkste. Rijmt toch wat lastig met elkaar.
Ook de startprocedure is veranderd. Normaal voeren we in de haven langs een steiger vanwaar een enveloppe werd overhandig. Vorig jaar was er echter schade gevaren en duurde de hele procedure bijna een uur. Dit jaar Is er daarom een andere procedure. Iedereen krijgt een plastic koker met daarin de opdracht en de koker is afgesloten met een ketting met cijferslot. We worden allemaal om 13:00 buiten de haven verwacht met gestreken zeilen. Dan ontvangen we via sms de code voor het cijferslot. Zo kunnen we allemaal tegelijkertijd start. Slim bedacht!
Om 13:00 ontvang ik netjes de code. Dit jaar geen bijzondere opdrachten of routes, maar wel veel havens. Muiden, Enkhuizen, Urk, Medemblik, Hindeloopen, Den Helder en Vlieland. Dit keer geen rondje om de Meep (zandplaat op het Wad) of verplicht ankeren.
De gehele vloot vertrekt direct richting urk. Ik besluit echter anders, want ik wil eigenlijk vanavond nog naar Vlieland. Ik hijs de Westland/Utrecht, een groot voorzeil, en vertrek richting Den Oever. Als ik me haast dan kan ik rond 20:00 in Den helder zijn en dan is het tij perfect voor vertrek richting Vlieland over de Noordzee.
Na een aantal uren neemt de wind flink toe en moet het grote voorzeil er vanaf. Op grootzeil en fok vaar ik door naar Den Oever. Net voor ik de haven invaar zie ik een Dehler 39 aankomen. Het zal toch niet? Jawel, het is Klaas-Jan, voorzitter van de 24 uurs zeilracecommitee (Vereniging van de Kustzeilers). Hij is voorzitter en ik zit er namens de automatiseringscommissie in, dus we komen elkaar regelmatig tegen. We kunnen beide direct de sluis in, die had ik al eerder had opgeroepen.
In de sluis overleggen we. Ik was van plan om door te varen, maar Klaas-Jan twijfelt. Volgens hem zijn we niet op tijd en bovendien is het tij morgenochtend ook prima. Dat is waar, maar het is vanavond een prachtige avond/nacht om te varen. Klaas-Jan gaat er nog eens over nadenken.
Buiten de sluis stuift Klaas-Jan er vandoor. Met zijn snelle Dehler vaart hij bijna een knoop sneller dan ik. Niettemin ga ik met stroom mee ook al boven de 8 kn, dus Den Helder komt al snel dichterbij. De wind staat iets minder gunstig dan ik dacht, maar uiteindelijk is het slechts 1 klap overstap om de haven aan te lopen.
Op de marifoon hoor ik dat de haven autoriteiten zich flink storen aan dat jachtje dat ongemeld aan de verkeerde kant van de vaargeul de haven in vaart, terwijl er enkele grote boten naar buiten moeten. Later bleek dat Klaas-jan vergeten was zijn marifoon op het juiste kanaal te zetten. Ik meld me wel keurig en kan rustig aanlopen.
Het is al geruime tijd donker als nabij het havenhoofd kom. Dan zie ik ineens vaar een zeiljacht tegemoet komen… Het is Klaas-Jan en die roept enthousiast “Het kan net!”. “Ik zie je in Vlieland,” roep ik terug. “gaan met die banaan!”.
In 2011l ag ik met een andere vriend, Kees-Jan enkele dagen verwaaid in deze haven in afwachting van de van de zeiltocht “de Driehoek”. In mijn herinnering was het groter dan wat ik nu ervaar als ik binnen vaar. Echt heel klein. Heeft ook wel weer voordelen, 15 later minuten vaar ik al weer naar buiten door het havenhoofd.
Het is stik donker en ik ben van voornemens iets tricky te gaan doen. Klaas-Jan verklaarde me de volgende dag voor gek, maar hé. Ik schrijf dit op, dus het kwam goed. Ik ben van plan door te steken via het Molengat. Dat is een geul tussen eiland Noorderhaaks (voorheen bekend als de Razende bol) en Texel. Deze geul slipt vaak dicht, is onverlicht en bij veel wind bijzonder onprettig om te varen. Tricky, maar wel aanzienlijk korter dan er omheen varen.
Het is rustig weer en ik heb vanochtend mijn kaarten bijgewerkt. Onze plotter werkt met Navionics kaarten en die hebben een trucje voor de waterdiepte. Alle gebruikers van Navionics (die daar toestemming voor geven) meten terwijl ze varen de waterdiepte. Bij het updaten van de kaart worden deze gegevens doorgegeven aan Navionics die dat weer verwerkt in haar kaarten. Op die manier wordt het hele jaar door de kaart uptodate gehouden. We zullen leren of dat hier ook het geval is.
Met één oog op de plotter en één oog op de diepte meter vaar ik door het Molengat. Op sommige plekken is het slecht enkele honderden meters breed. Het is niet alleen oppassen om vast te lopen, maar ook om niet tegen onverlichte (blinde) tonnen aan te varen. Het gaat allemaal goed, al is het af en toe wel spannend.
Als ik eenmaal door het Molengat ben, valt de wind weg. Een uur of twee dobber ik met bijna geen voortgang. De voorspellingen zijn dat het alleen maar minder wordt. Ik dobber voor de wind en als ik van binnen naar buiten loop, komt de giek over en krijg ik die tegen mijn hoofd. Au! ik ben er klaar mee. Met deze snelheid kom ik toch niet voor morgenochtend aan. Ik zet de motor aan en maak vaart richting de haven van Vlieland. Dan maar niet reglementair finishen. Na een uur steeds de wind weer op. Maar er is te weinig om voortgang te maken zonder spi. Ik heb er echter op deze boot nog maar twee keer mee gevaren en ik kan de giek nog niet fixeren. Het lijkt me niet verstandig om dat nu in het donker te gaan doen. Ik besluit om door te varen. Om 02:00 leg ik aan in Vlieland. Nog even een kopje thee en dan naar bed.