In de nacht is het wat gaan waaien, maar niet vervelend. Er staat in de ochtend een klein 3 bft en we schommelen lekker in het water. We ontbijten uitgebreid en gaan dan anker op richting de jachthaven van Lauwersoog. Formeel varen we nu Groningen in. Kunnen we in ieder geval ook zeggen dat we daar ooit met de boot zijn geweest. Lekker belangrijk… 😉
We bellen de havenmeester en krijgen een box toegewezen. Achter in de haven blijkt echter een tankstation te zijn en daar maken we meteen gebruik van de mogelijkheid om diesel tanken. Als we aan het tanken zijn komt er een Friendship 28 achter ons liggen met een jong stel dat de boot net heeft. Onze vorige boot was ook een Friendship 28 dus je hebt al snel wat over te praten. Behalve diesel tanken we ook meteen water. Dat stroomde echter echter niet zo snel, dus we hadden ruim te tijd om bij te praten.
Nadat we aangemeerd hebben gaan we langs de havenmeester en doen we boodschappen bij het winkeltje van de camping. Dat is niet alleen slecht geoutilleerd, maar ook duur en de mensen erin zijn ronduit chagrijnig. Geen plek om nog eens te komen. De camping is bepaalde ook geen plek om naar uit te zien. De meeste caravans zijn aan het einde van hun levensduur. Er staat wel een demo caravan voor wie een nieuwe wil hebben. De prijs daarvan (€ 19.000,- volledig af) is niet duur, maar gezien de kwaliteit van materialen (nog even los van de plastic uitstraling) doet ons twijfelen of het meer dan 10 jaar meegaat.
We lopen van de camping af en maken we een lange wandeling van bijna drie uur door de bossen in de buurt. Er is een groot militair oefenterrein waar duidelijk met regelmaat de tanks langs crossen. Er liggen diepe sporen en veel van het terrein is kapot gereden. Vandaag zijn ze er echter niet en kunnen we er gewoon wandelen. Het is veel warmer dan we hadden verwacht en vooral op het open terrein is het afzien. Niettemin was het een heerlijk stuk lopen.
Terug op de haven lopen we door naar het clubgebouw dat nu open is. Het is een klein, maar leuk clubgebouw, dat meer weg heeft van een klein restaurantje. Er zijn twee vaste gasten en twee leden die de bediening doen. We zitten lekker aan het water waar het door de wind toch wel wat guurder is dan in het bos. Gelukkig is er een glazen afzetting waar we deels achter kunnen zitten. We maken een praatje met de leden die de bar bedienen en wisselen informatie uit. Ook hier dezelfde problematiek als bij de meeste verenigingen. Vindt maar eens vrijwilligers die zich duurzaam willen inzetten voor de vereniging. In tegenstelling tot bij ons is de haven wel eigendom van de vereniging en zijn er veel lokale liggers. Dat maakt het iets makkelijker, maar de leden zijn vaker liever in de haven aan de slag dan dat ze achter de bar staan. Daar hebben wij bij ons nu net juist geen last van 😉