We willen de brug nemen van 11:15. De warmte speelt waarschijnlijk op, want de brug wil niet open. De havenmeester adviseert ons om maar even aan te leggen. Vijf minuten later probeert ze weer en dan lukt het wel. We varen naar de sluis van het Veerse meer en dan door naar de sluis die naar de Oosterschelde voert. Onderweg komen we twee zwemmers midden in een drukke vaargeul tegen. Een vader en zijn zoon van een jaar of zestien. Ongelooflijk. Ze zijn bijna niet te zien terwijl er tientallen motorbootjes loeihard rondscheuren. Die spelen met hun leven, maar realiseren doen ze dat blijkbaar niet.
Onderweg konden we soms zeilen, veelal ook weer motoren. Bovendien hebben we nog een stuk te gaan. We willen eigenlijk nog door de Roompotsluizen dus de gang moet erin blijven. Als we op de Oosterschelde zijn, is de brug van de Zeelandbrug bij Zierikzee net bezeild. Dat is weer meegenomen. Ondertussen waait het ook weer 12 knopen. Lekker zeilen!
Als we de brug door zijn zetten we in eerste instantie door op de route naar de Roompotsluizen. Dat is echter nog een mijl of 10 kruisen. Weliswaar met het tij mee, maar toch. Het is nu al bijna zes uur. Daar hebben we eigenlijk geen zin in. We halen de zeilen in en varen het kanaal van Zierikzee in. Dat is ongeveer 2 mijl, dus ruim 20 minuten varen. We bellen de watersportvereniging voor een box. Die liggen vol, dus varen we door naar de gemeentehaven. Daar ligt het al dubbel en driedubbel dik, maar de voorste boot ligt nog enkel. Mooi plekje voor ons!
We gaan langs het havenkantoor, maar dat is dicht. Morgen dan maar weer. We hebben geen zin om de stad in te gaan en strijken neer op het eerste terras dat we tegenkomen. Dat wil zeggen. Het terras is vol, maar ze hebben nog een tafeltje tegen het restaurant aan op de stoep. Op zich niet slecht, lekker in de schaduw, maar wel erg krap. We zitten niet alleen leuning aan leuning met elkaar, maar ook met het tafeltje ernaast. Prima voor een biertje, maar niet om te eten. We verkassen naar het terras ernaast van het eetcafe. Hmm.. mosselen. Hebben we zeker al twee dagen niet meer gegeten.
Onderwijl bedenken we dat we morgen eigenlijk maar in een keer door naar IJmuiden gaan. 73 mijl en waarschijnlijk geheel motoren, maar de dagen erna wordt noordoosten wind voorspeld en dan is het alles kruisen. Ook niet echt een plezier.
Terug bij de haven haalt Rob alvast de stroomkabel weg. We willen morgen om 5 uur weg en stroom hebben we verder ook niet nodig nu. Aldoende wordt Rob aangesproken door de iemand op de kade. Of we weg willen? Rob realiseert zich meteen dat dit de nieuwe buurman is die bij ons heeft aangelegd toen we zaten te eten. Als hij hoort wanneer we wegwillen roept hij de schipper om te overleggen of ze niet ergens anders moeten gaan liggen. Die gelooft het wel. Gewoon flink kloppen morgenochtend.
Later komen de beide heren weer aan boord. Ze zijn net als wij ook naar noord Frankrijk en de Solent geweest. Ze hadden eigenlijk ook nog naar de Kanaaleilanden gewild. Maar net als wij hebben zij uiteraard ook nauwelijks wind gehad en hebben er daarom maar vanaf gezien. Morgen moeten ze naar Wemeldinge, daar kunnen ze alleen op het tij al naar toe drijven. Hun boot heet Captain Jack, officieel naar de schipper, maar de J is geschreven in de vorm van een roverszwaard. De link met de film is snel gelegd.