Nat van het zweet

Vanochtend is het lekker uitslapen. Ik reken af bij de havenmeester en stap lekker onder de douche. Ik zit te twijfelen wanneer te vertrekken. Voor het tij is 17:00 tot 18:00 een ideale tijd. Dat is echter de hele dag wachten en dat trekt niet aan.

Op de steiger kom ik Klaas-Jan tegen. We nemen koffie met appelgebak bij het havenrestaurant en overleggen wat wijsheid is. Klaas-Jan denkt aan vertrek rond 15:00 of 16:00, maar hij heeft een snellere boot dan ik. Bovendien is het mooi weer. Iedere mijl is er toch maar weer één. Ik besluit om 13:00 te gaan, Klaas-Jan gaat een uur later.

Buiten de haven hijs ik de zeilen.  De wind staat net iets westelijker dan zuid en dat komt goed uit. Ik moet wel kruisen, maar met grote slagen maak ik aardige mijlen. Dankzij de stevige wind blijf ik boven de 4 kn ondanks de tegenstroom. Als ik van het Schuitengat de Blauwe Slenk in vaar krijg ik stroom mee. Ook Klaas-Jan komt aanvaren. Hij heeft dus niet afgewacht tot 14:00, maar is vlak na mij vertrokken. Hij vaart sneller en scherper, dus na een uur is hij al weer uit zicht.

Aangekomen bij Harlingen ga ik de Boontjes in. De Boontjes is een zeer smalle vaargeul van 200 tot 300 meter breed met daarnaast direct ondiep water. In het verleden ben ik hier vele malen vastgelopen en dit jaar wil ik dat met de nieuwe boot niet hebben. Dat is wel een uitdaging want de omstandigheden zijn verre van ideaal. Maximale stroom tegen en ook de wind tegen. Na anderhalf uur ben ik 3 mijl verder en 54 keer overstag gegaan! Dat is gemiddeld 1x per anderhalve minuut. Ik ben kapot en nat van het zweet.

Vervelender is dat de oude eigenaar allerlei voorzieningen aan de verstaging had gemaakt voor het ophangen van vlaggetjes en pikhaken. De schoten (lijnen waarmee het voorzeil worden bediend) blijven hier regelmatig achter hangen. Met de forse wind wordt de boot dan onbestuurbaar en met achterop- en tegemoet komend verkeer en de ondieptes aan de smalle vaargeul worden dat gevaarlijke situaties. Naar voren rennen en de boel losmaken is dan het devies terwijl de boot afstevent op een tegenligger of een ondiepte. Voor en achter mij zie ik al enkele keren een mede Singlehanded-er vastlopen, maar ondanks de problemen blijf ik daar gelukkig van vrij.

Aan het einde van de Boontjes, als ik net vrij ben van het smalle stuk, raken de schoten volledig in de knoop in de verstaging. Ik dreig vast te lopen en moet vol gas op de motor wegsturen. Met grof geweld (een lierhendel als hamer) sla ik de haken en ogen aan de verstaging kapot om de schoten los te krijgen. Ik besluit verder te varen op de motor. Dit moet eerst fatsoenlijk opgelost worden. Dit is veel te gevaarlijk zo. Al met al vaar ik 40 minuten door op de motor tot aan de sluizen in Kornwerderzand.

Aangekomen bij de sluizen zie ik net de brug opengaan voor een ander. Ik geef vol gas en kan nog mee. Slechts 17 minuten later ben ik door brug en sluis en kan ik op het IJsselmeer de zeilen weer hijsen. Terwijl het langzaam donker wordt, warm ik de broccoli-spinazie soep op die Corry van de week klaargemaakt heeft. Ik zit te prikken in de soep en vraag me af waarom het zo lang duurt om de klonten te laten smelten. Pas na een tijdje bedenk ik me dat dit geen bevroren stukken zijn, maar stukjes kip. De soep is heerlijk en het is prachtig varen onder een heldere sterrenhemel.

Rond 21:00 nader ik de haven van Hindeloopen. Ik schrik me rot als ik vlak voor de haven een blinde ton (ton zonder licht) raak. Achteraf blijkt dat ik er vol op ben gevaren. Gelukkig geen schade, maar wel een mooie groene streep op het anker.

Als ik de de jachthaven in wil varen hoor ik Klaas-Jan roepen. Die kom je ook overal tegen… 🙂 Hij ligt in een box in het kommetje en er is nog een plek vrij. Hij helpt met aanleggen en we praten nog wat na. Hij heeft niet zoveel slagen hoeven te maken in de Boontjes als ik, maar met een veel groter zeil was het voor hem ook een ware uitputtingstocht.

Ook hier geen stempel, maar een opdracht.

Ik loop het dorp in op zoek naar restaurant Sudersee. Daar zou een opdracht voor ons moeten hangen. Na even zoeken vind ik de opdracht (opgehangen aan de achterzijde van het restaurant…) en maak er een foto van. Het antwoord kan ik later wel uitvogelen. Ik kijk nog even Zondag op Lubach en bel met Corry en dan gaan de luikjes dicht.