Om 11:00 verlaten we de haven. Er staat een dikke 4 en we houden zolang als het kan de vaargeul aan. Gelukkig zien we daarna ook geen waterplanten meer en de snelheid blijft redelijk op peil. Het is een kleine 15 mijl varen en we hebben geen haast. De wind is wat vlagerig en soms liggen we flink op een oor. Uiteindelijk reven we een stukje van het grootzeil weg want binnen kun je niet meer met goed fatsoen staan.
Vijf mijl voor de sluis ontvangen we het eerste app’je al. Ditmaal van Cora. “Welkom in (bijna) Enkhuizen”. We kunnen vlotjes door de sluis. In de haven worden we hartelijk welkom geheten door een van de havenmeesters vanaf de steiger. Bij het afmeren om te tanken neemt Dick, jarenlang commissielid in de wedstrijdcommissie en informeel patroon van de vereniging, de lijnen aan. Thuiskomen is hier ook echt thuiskomen!
Na het tanken schuiven we iets op zodat we nog wel aan de kade liggen, maar niet meer voor de pomp. Zo kunnen we makkelijk spullen van boord halen. Rob haalt een karretje om het reddingsvlot dat we gehuurd hebben bij Joosten meteen terug te brengen. Daarna kunnen we gemakkelijk de spullen overladen van boot naar kar en naar de auto brengen die we voor de vakantie op de haven hadden gezet. In nog geen 10 minuten zijn we klaar. Vooral heel veel wasgoed, de camara’s en nog wat spullen uit de koelkast.
Daarna leggen we Sponky veilig in zijn box, sluiten we de stroom aan en gaat na drie weken de vlag eraf. De vakantie zit erop.